ECLI:NL:RBZWB:2025:7590
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- G.M.J. Kok
- C.H.M. Pastoors
- P.K.J. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel voor een ongewenst vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 november 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van de verdediging om de ISD-maatregel van de veroordeelde op te heffen. De veroordeelde, geboren in 1991, verblijft in een penitentiaire inrichting en is door de IND tot ongewenst vreemdeling verklaard. De verdediging stelt dat de ISD-maatregel niet langer zinvol is, nu de veroordeelde bereid is terug te keren naar Polen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het noodzakelijk is om de ISD-maatregel voort te zetten om het recidiverisico te verminderen en de maatschappij te beschermen. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de voortgang van de behandeling van de verslavingsproblematiek van de veroordeelde en de mogelijkheden voor terugkeer naar Polen. De rechtbank concludeert dat er nog geen sprake is van een situatie waarin de voortzetting van de ISD-maatregel niet meer zinvol is. Het verzoek tot opheffing van de ISD-maatregel is dan ook afgewezen.