ECLI:NL:RBZWB:2025:765

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
11102910 MB VERZ 24-391
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
  • J.E. Lorello-Willeboordse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen, maar heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze verklaarde het beroep ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 3 januari 2025 was betrokkene niet aanwezig, maar een vriend van hem, die met dezelfde boete en zittingsdatum te maken had, heeft de omstandigheden toegelicht. Betrokkene stelde dat hij niet in strijd met de verkeersregels had gehandeld, omdat een verkeersregelaar hen had verteld door te mogen rijden. De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, omdat er onduidelijkheden waren in het dossier en de verbalisant niet was gehoord. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd, zijn van belang en er zijn onvoldoende gronden om de gedraging vast te stellen. Daarom heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het bedrag van de boete aan betrokkene moet worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11102910 \ MB VERZ 24-391
CJIB-nummer : 8062 5422 5203 2190
uitspraakdatum : 3 januari 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 januari 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen op de Boulevard Evertsen in Vlissingen op 13 augustus 2022 om 13:36 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. De verklaring van de verbalisant klopt op diverse punten niet en betrokkene zal dit op zitting toelichten.
Betrokkene is echter niet op zitting verschenen, maar een vriend van betrokkene met dezelfde boete en zittingsdatum heeft de volgende omstandigheden ter zitting bij de behandeling van zijn zaak aangevoerd. Betrokkene deed met vrienden een motorrit, waarbij zij te maken kregen met een wegversperring en een verkeersregelaar. Deze verkeersregelaar vertelde betrokkene dat ze door mochten rijden. Vervolgens hebben zij de motoren op de boulevard stilgezet en hebben ze gedurende 40 minuten bij de motoren gestaan. Ze zijn door niemand aangesproken maar kregen ineens een boete, terwijl ze de verbalisant niet hebben gezien.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het dossier bevat een aanvullend proces-verbaal op ambtseed. Daar moet normaal gesproken veel tegenover staan. Echter, de zittingsvertegenwoordiger heeft bij het lezen hiervan aanvullende vragen aan de verbalisant die onbeantwoord zijn gebleven. Gelet op de pleegdatum ziet de zittingsvertegenwoordiger geen aanleiding om de zaak aan te houden voor beantwoording van deze vragen. Betrokkene dient volgens de zittingsvertegenwoordiger daarom het voordeel van de twijfel te krijgen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij zijn de door betrokkene aangevoerde omstandigheden van belang. Hierdoor is onvoldoende grond om de gedraging vast te stellen. Bovendien zijn er onduidelijkheden die gelet op de pleegdatum niet meer kunnen worden weggenomen. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. J.E. Lorello-Willeboordse, en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: