ECLI:NL:RBZWB:2025:7717
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure tegen UWV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het UWV in de proceskosten. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het besluit van het UWV van 17 april 2024. Zij heeft het beroep ingetrokken, omdat het UWV op 18 juni 2025 een gewijzigd besluit heeft genomen. Verzoekster heeft gesteld dat de proceskosten bestaan uit de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, waaronder de kosten voor bijstand van de arts-gemachtigde. Daarnaast wordt verzocht om vergoeding van een bedrag van € 371,00 aan griffierecht. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Het UWV heeft de rechtbank meegedeeld dat hij zich niet zal verzetten tegen het vergoeden van proceskosten voor zover die inhouden de kosten voor het inschakelen van een gemachtigde in de procedure. Ook het griffierecht zal worden vergoed. Het UWV wijst erop dat er geen specificatie is van de werkzaamheden van de arts-gemachtigde of een nota van de werkzaamheden, waardoor het niet mogelijk is daar een kostenvergoeding voor toe te kennen. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt. Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. De rechtbank moet dus beoordelen of het UWV geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen. Op 24 mei 2024 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin het bezwaar van verzoekster ongegrond is verklaard. Het UWV heeft op 18 juni 2025 een nieuw besluit genomen waarmee het UWV volledig is tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten. Het UWV moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoekster een vast bedrag per proceshandeling. In het besluit van 18 juni 2025 is bepaald dat de kosten om bezwaar te maken worden vergoed. De rechtbank hoeft daarover dan ook geen beslissing meer te nemen. De gemachtigden hebben een beroepschrift ingediend en aan de zitting van de rechtbank deelgenomen. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 907,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.814,-. Daarnaast wordt vergoeding gevraagd voor de bijstand van de arts-gemachtigde. De arts-gemachtigde heeft met de rapportage van 3 juli 2024 de medische beroepsgronden van verzoekster ingediend. Ook was de arts-gemachtigde op de zitting van 14 april 2025 aanwezig. De rechtbank is van oordeel dat op grond van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder g, van het Bpb, indien er naast een arts-gemachtigde ook een juridisch gemachtigde optreedt, zoals in deze zaak het geval is, de totale vergoeding ten hoogste anderhalf maal het bedrag is dat zou zijn vastgesteld, als slechts een gemachtigde zou zijn opgetreden. Dat betekent dat de rechtbank uitgaat van anderhalf maal het bedrag van € 1.814,-, zijnde in totaal € 2.721,-. De rechtbank wijst erop dat het UWV verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- te vergoeden. Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot het UWV wenden. De rechtbank veroordeelt het UWV tot betaling van € 2.721,- aan proceskosten aan verzoekster. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. van der Linden, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 12 november 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.