ECLI:NL:RBZWB:2025:7725

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
11183338 \ MB VERZ 24-495
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een boete ontvangen omdat hij als bromfietser niet het verplichte fiets/bromfiets pad had gebruikt op de Prins Hendrikstraat te Zevenbergen op 23 augustus 2023. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Hij stelde dat het fietspad onveilig was en dat hij uit voorzorg op de rijbaan had gereden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging inderdaad had plaatsgevonden, maar heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden die betrokkene naar voren had gebracht. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen. De boete werd met de helft verlaagd, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag terug.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer.: 11183338 \ MB VERZ 24-495
CJIB-nummer: [cjib-nummer]
uitspraakdatum: 29 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 augustus 2025. Namens de officier van justitie, werkzaam bij het CVOM te Utrecht (hierna: zittingsvertegenwoordiger), is wegens verhindering niemand verschenen. In plaats daarvan is schriftelijk een standpunt ingenomen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bromfietser niet het fiets/bromfiets pad gebruiken op de Prins Hendrikstraat te Zevenbergen op 23 augustus 2023 om 16:10 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene is van mening dat het fietspad waar hij op behoorde te rijden gekenmerkt werd door een gebrek aan overzicht en onveilige omstandigheden. Hierdoor werd het risico op een ongeluk vergroot. De keuze van betrokkene om op de rijbaan te rijden in plaats van het fietspad was gebaseerd op een inschatting van de situatie en betrokkene zijn streven om mogelijke gevaren te vermijden. Betrokkene is verder niet gewaarschuwd door de verbalisant. De verbalisant heeft betrokkene enige tijd gevolgd voordat hij besloot om direct een boete op te leggen. Dit gebrek aan waarschuwing en de onmiddellijke boete lijken niet in overeenstemming te zijn met het beginsel van proportionaliteit en redelijkheid.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat zijn keuze niet kwam door nalatigheid of gemakzucht, maar uit voorzorg voor zichzelf en andere weggebruikers. Het wegdek was slecht begaanbaar, onoverzichtelijk en de pleeglocatie was druk. Betrokkene verwijst naar zijn bijgevoegde foto’s ter onderbouwing van de verkeerssituatie. Na aanhouding heeft de gemeente de bocht aangepast. Betrokkene wil benadrukken dat hij verkeersveiligheid hoog in het vaandel heeft staan. Het rijden op de rijbaan was in deze situatie veiliger dan het rijden op het fietspad.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging kan worden vastgesteld op basis van het dossier. Er is geen sprake van een ontkenning, maar een beroep op omstandigheden van het geval. Betrokkene heeft er bewust voor gekozen om niet het verplicht bromfietspad te gebruiken en dit komt volgens de zittingsvertegenwoordiger voor eigen rekening. De zittingsvertegenwoordiger ziet op basis van de door betrokkene genoemde omstandigheden geen aanleiding tot matiging.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent dit ook niet.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij zijn de door betrokkene ter zitting aangevoerde omstandigheden van belang, alsmede het feit dat de gemeente aanleiding zag om het bromfietspad aan te passen. De boete zal worden gematigd met de helft, aangezien betrokkene voor alternatieven had kunnen kiezen om veilig zijn weg te vervolgen zonder gebruik te maken van de rijbaan.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 55, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 55, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: