ECLI:NL:RBZWB:2025:7754

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
02-008145-23 en 02-336649-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel na tussentijdse beoordeling

Op 11 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die in 1981 is geboren en momenteel verblijft op een onbekend adres. De ISD-maatregel was eerder opgelegd door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 15 november 2023 en is onherroepelijk geworden op 29 november 2023. De verdediging had op 1 juli 2025 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van deze maatregel. Tijdens de zitting op 28 oktober 2025 zijn de officier van justitie, mr. F.A. van Peski, en de gemachtigd raadsman, mr. D.T. Stoof, gehoord. De veroordeelde zelf was niet aanwezig. Een deskundige, senior casemanager ISD, heeft een evaluatierapport gepresenteerd waarin werd geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten. Dit advies was gebaseerd op het feit dat eerdere klinische plaatsingen niet het gewenste resultaat hadden opgeleverd en dat de huidige situatie van de veroordeelde, die nu begeleid woont, nog steeds een verhoogd recidiverisico met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is om de veroordeelde in een stabiele positie te brengen en verdere behandelingen te waarborgen. De rechtbank concludeert dat er geen omstandigheden zijn die een voortijdige beëindiging van de ISD-maatregel rechtvaardigen en heeft besloten dat de maatregel moet worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02-008145-23 en 02-336649-22
Beslissing tussentijdse beoordeling ISD-maatregel d.d. 11 november 2025
Aan veroordeelde
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
thans verblijvende op het [adres] ,
is de ISD-maatregel opgelegd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 15 november 2023 (onherroepelijk op 29 november 2023) waaruit blijkt dat aan veroordeelde de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van 2 jaar;
  • het verzoek van de verdediging van 1 juli 2025 tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel;
  • de evaluatierapportage van [naam] , senior casemanager ISD bij de penitentiaire inrichting in [locatie 1] , van 18 september 2025 inhoudende het advies tot voortzetting van de ISD maatregel;
  • de ontslagbrief van [locatie 2] van 19 februari 2025.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van 28 oktober 2025 is de officier van justitie, mr. F.A. van Peski, gehoord.
Ook is gehoord de gemachtigd raadsman van veroordeelde, mr. D.T. Stoof, advocaat te Breda. Veroordeelde zelf is niet ter zitting verschenen.
Daarnaast is deskundige [naam] , senior casemanager ISD bij de penitentiaire inrichting in [locatie 1] (PI), gehoord.
In de evaluatierapportage die is opgemaakt voor de zitting wordt geadviseerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. Na een traject waarin beide klinische plaatsingen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, is het laatste deel van de ISD vooral gericht geweest op nazorg en ambulante behandeling. Inmiddels is veroordeelde geplaatst bij begeleid wonen van [zorgorganisatie], waarbij hij nog behandelingen volgt. Voortzetting van de maatregel is nodig om alles goed te laten verlopen en af te sluiten.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd. Het recidiverisico is nu met begeleid wonen nog steeds verhoogd. De PI doet er alles aan om ervoor te zorgen dat veroordeelde voor het einde van de ISD-maatregel stabiel genoeg is om niet terug te vallen in delictgedrag. Er is Wmo-ondersteuning aangevraagd bij de gemeente zodat veroordeelde ook na afloop van de ISD-maatregel kan blijven wonen in zijn huidige woning. Die aanvraag is goedgekeurd. Als zijn gebruik laag blijft en hij geen delicten pleegt, kan er urgentie worden aangevraagd voor een zelfstandige woning. Veroordeelde werkt goed mee aan de behandelingen die zijn opgestart.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. De resterende maand is nodig om de ISD-maatregel zo goed mogelijk te laten eindigen.

4.Het standpunt van de verdediging

Namens veroordeelde is verzocht om tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel. Volgens veroordeelde is de maatregel niet meer doeltreffend en heeft voortzetting geen zin. De raadsman van veroordeelde heeft dit verzoek ter zitting niet nader onderbouwd.

5.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank dient te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van veroordeelde. Op grond van artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering moet in dat kader worden vastgesteld of opheffing van de maatregel zal leiden tot te verwachten onveiligheid, overlast of verloedering van het publieke domein, waarna moet worden bezien of verdere voortzetting van de maatregel niet zinvol is door een omstandigheid die buiten de macht van veroordeelde ligt.
De rechtbank stelt vast dat de ISD-maatregel is ingegaan op 30 november 2023 en eindigt op 29 november 2025. Gelet op het advies van de PI en de toelichting daarop door de deskundige ter zitting is gebleken dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is. Er moeten nog verschillende zaken worden geregeld en behandelingen worden ingezet en voortgezet om te bewerkstelligen dat veroordeelde over een maand in een zo stabiel mogelijke positie verkeert om zijn leven verder vorm te geven. Op dit moment is het recidiverisico nog steeds verhoogd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat er op dit moment geen omstandigheden zijn die het voortijdig beëindigen van de ISD-maatregel rechtvaardigen en acht het wenselijk en noodzakelijk dat de ISD-maatregel wordt voortgezet.

6.De beslissing

De rechtbank beslist dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde opgelegde ISD-maatregel is vereist.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.H. Stein, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. M.H.M. Collombon, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.J.M. van de Vrede en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 november 2025.
Mr. Stein is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.