Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., had een boete ontvangen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Burg. Freijterslaan te Roosendaal op 10 juli 2023. De betrokkene stelde dat hij in een spoedeisende situatie verkeerde, omdat hij met zijn vader naar de huisartsenpost moest vanwege een heftige bloeding. Hij beweerde dat het verkeerslicht nog oranje was en dat er geen ander verkeer aanwezig was, waardoor hij vond dat hij verantwoord door het oranje licht kon rijden.
De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de rechter constateerde ook dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een matiging van de boete met 25%. Daarnaast werd de boete verder gematigd vanwege de bijzondere omstandigheden van de zaak, waardoor de uiteindelijke boete op € 157,50 werd vastgesteld. De officier van justitie werd ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die in totaal € 234,69 bedroegen.
De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in rechtszaken en de mogelijkheid om boetes te matigen in geval van bijzondere omstandigheden. De beslissing kan binnen zes weken na verzending worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.