Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 4 juli 2025 ter griffie van deze rechtbank;
- het exploot op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat er onder klager klassiek beslag is gelegd op het onroerende goed aan de [straat] te [geboorteplaats] (hierna: de woning);
- het exploot op grond van artikel 94a Sv, waaruit blijkt dat er onder [belanghebbende] conservatoir beslag is gelegd op de woning;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
- mr. M. Broere als raadsman van belanghebbende.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).