ECLI:NL:RBZWB:2025:789

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
C/02/426173 FA RK 24/4047
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in familiezaken met ingetrokken verzoek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 11 februari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen. De zaak betreft een verzoek van [vrouw 1], vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Tiggelaar, en [vrouw 2], vertegenwoordigd door advocaat mr. D.C.A. van Wessel. Het verzoekschrift voor de voorlopige voorziening werd op 2 september 2024 ingediend, maar de mondelinge behandeling die op 5 december 2024 gepland stond, is op verzoek van partijen niet doorgegaan.

Op 13 januari 2025 heeft [vrouw 1] haar verzoek ingetrokken via een F5-formulier, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt. Hierdoor was de rechtbank niet meer in de positie om het verzoek te beoordelen. De rechtbank heeft [vrouw 1] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling wordt genomen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Brok.

De beschikking benadrukt het belang van overeenstemming tussen partijen in familiezaken en de mogelijkheid om verzoeken in te trekken wanneer er een oplossing is gevonden. Dit draagt bij aan de efficiëntie van de rechtsgang en voorkomt onnodige procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
zaaknummer: C/02/426173 FA RK 24/4047
beschikking betreffende voorlopige voorzieningen
in de zaak van
[vrouw 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen [vrouw 1],
advocaat mr. W. Tiggelaar,
en
[vrouw 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen [vrouw 2],
advocaat mr. D.C.A. van Wessel.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 2 september 2024 ontvangen verzoekschrift voorlopige voorziening;
- het op 13 januari 2025 ontvangen F-5 formulier van mr. Tiggelaar;
- het op 13 januari 2025 ontvangen F9-formulier van mr. Van Wessel.
1.2. De op 5 december 2024 bepaalde mondelinge behandeling heeft op verzoek van partijen geen doorgang gevonden.

2.De beoordeling

2.1.
[vrouw 1] heeft bij F5-formulier van 13 januari 2025 van mr. Tiggelaar haar verzoek ingetrokken, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt.
2.2.
Omdat [vrouw 1] haar verzoek heeft ingetrokken, komt de rechtbank niet meer toe aan de beoordeling van dat verzoek. De rechtbank zal [vrouw 1] derhalve niet-ontvankelijk verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank:
verklaart [vrouw 1] niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hopmans, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025 in tegenwoordigheid van mr. Brok, griffier.