Uitspraak
Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De procesafspraken
5.De beoordeling van het bewijs
in de periode van 30 december 2019 tot en met 19 november 2024 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk meerdere malen, heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd,(handels- en gebruikers)hoeveelheden, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
op 19 november 2024 te Tilburg, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 71,16 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
6.De strafbaarheid
7.De strafoplegging
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.Beslissing
een gevangenisstraf van 32 maanden;
betaling van een geldboete van € 50.000,00;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
285 dagen;