ECLI:NL:RBZWB:2025:8170
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de belastingrechter in geschil over verrekening van motorrijtuigenbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de Belastingdienst behandeld. Het beroep betreft de verrekening van een openstaand bedrag op de aanslag motorrijtuigbelasting. De ontvanger had op 12 juni 2024 het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat de kennisgeving geen voor bezwaar vatbare beschikking was. Belanghebbende heeft vervolgens op 18 juli 2024 beroep ingediend, waarin hij verzocht om de verrekening te vernietigen en de dwangsom inclusief wettelijke rente te voldoen.
De rechtbank oordeelt dat de belastingrechter niet bevoegd is om te oordelen over beslissingen van de ontvanger op grond van de Invorderingswet 1990. De beslissing tot verrekening valt niet onder de uitzonderingen die in de regelgeving zijn gemaakt. Hierdoor kan het geschil over de verrekening niet door de belastingrechter worden behandeld, maar moet dit worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter. De rechtbank verklaart zich derhalve onbevoegd en komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Belanghebbende heeft geen griffierecht betaald, en de rechtbank ziet geen aanleiding om griffierecht terug te betalen.