In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting L'Escaut Woonsservice en een gedaagde partij over de ontbinding van een huurovereenkomst. De eisende partij, L'Escaut, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand die was ontstaan vanaf april 2024. Ondanks herhaalde sommaties heeft de gedaagde partij niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van L'Escaut getoetst op oneerlijke bedingen, waarbij enkele bepalingen als oneerlijk zijn aangemerkt en vernietigd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij in verzuim verkeerde en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering van L'Escaut tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de huurachterstand en toekomstige huurtermijnen. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde partij, die grotendeels in het ongelijk is gesteld.