ECLI:NL:RBZWB:2025:8296

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2025
Publicatiedatum
25 november 2025
Zaaknummer
02-800462-09
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor betrokkene met complexe pathologie

Op 25 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die sinds 15 november 2012 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, op basis van de vordering van de officier van justitie en het advies van de tbs-instelling. De rechtbank constateert dat het voor betrokkene uitgezette behandeltraject niet haalbaar is binnen een periode van één jaar, gezien zijn complexe pathologie en het recidiverisico dat als matig hoog wordt ingeschat. Tijdens de zitting op 11 november 2025 zijn zowel de officier van justitie als betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, gehoord. De deskundige drs. [naam] heeft ook een bijdrage geleverd aan de beoordeling van de situatie van betrokkene.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene sinds 20 augustus 2025 op een resocialisatieafdeling verblijft, waar hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Ondanks deze vooruitgang blijft het recidiverisico aanwezig, vooral gezien zijn antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft de noodzaak van toezicht en begeleiding benadrukt, en heeft besloten dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de officier van justitie drie maanden voor het verstrijken van de verlengde termijn een maatregelenrapport moet laten opmaken voor een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de tbs.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800462-09
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 25 november 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC)
[de kliniek]
raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 23 september 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het rapport van [de kliniek] d.d. 18 september 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld;

2.De procesgang

Bij arrest van de Hoge Raad van 6 november 2012 is betrokkene wegens overtreding van de
artikelen 282, 285, 300, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot een
gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en elf maanden, met aftrek van de tijd die
betrokkene in voorarrest had doorgebracht en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een tbs die niet in duur is beperkt.
De tbs is op 15 november 2012 aangevangen. Bij beslissing van deze rechtbank van
28 november 2024 is de tbs laatstelijk verlengd voor een termijn van één jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 11 november 2025 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de deskundige drs. [naam] , hoofd behandeling, gehoord.
ÁG702123578895;È
G702123578895

3.Het advies van de kliniek

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en heeft daartoe overwogen dat gezien het behandelbeloop, de complexe pathologie en de fase in het
behandeltraject, het voortzetten van het recent toegekende kader nog als noodzakelijk wordt gezien. Bij betrokkene is sprake van een antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische en paranoïde trekken, voortkomend uit hechtingsproblematiek en een gestagneerde sociaal-emotionele ontwikkeling.
Betrokkene verblijft sinds 20 augustus 2025 op de resocialisatieafdeling de [afdeling] , waar het beveiligingsniveau lager is en betrokkene meer bewegingsvrijheid heeft. Betrokkene is het afgelopen jaar minder vijandig en heeft een positieve ontwikkeling laten zien. Betrokkene heeft een machtiging transmuraal verlof sinds 11 augustus 2025 en krijgt medicatie om zijn gedrag te reguleren. Ondanks de positieve ontwikkeling dit jaar, blijft betrokkene zijn grensoverschrijdende en explosief agressieve gedrag een knelpunt in zijn traject. Omdat betrokkene nog maar net is gestart op de [afdeling] , zijn er nog aantal stappen te zetten. In een situatie uit zorg wordt het risico op gewelddadig gedrag als matig-hoog ingeschat. Het voortzetten van toezicht, controle en begeleiding is nog steeds noodzakelijk om het recidiverisico hanteerbaar te houden.
Ter zitting heeft de deskundige drs. [naam] daar nog aan toegevoegd dat het de verwachting was dat betrokkene na de vorige verlenging van de tbs vrij snel zou doorstromen naar de [afdeling] , maar dat dat door omstandigheden niet is gelukt. Nu betrokkene in de [afdeling] zit is er sprake van een betere samenwerking en heeft de deskundige goede hoop dat betrokkene daar vooruitgang zal maken. Voorts ligt er nu een aanvraag om betrokkene meer verlof te geven en is er de afgelopen jaren geen fysieke agressie meer geweest bij betrokkene. De volgende stap vanuit de [afdeling] zou een kliniekwoning gedeeld met meerdere tbs-patiënten of een eigen woning kunnen zijn, maar dit hangt af van de ontwikkeling die betrokkene de komende periode laat zien. Het gaat er dan om dat betrokkene zijn leven goed vorm blijft geven en dat hij voldoende contact met de kliniek blijft onderhouden. Op dit moment heeft men nog geen idee hoe dit gaat verlopen en daarom is het nodig dat betrokkene zijn gedrag het komende half jaar in de [afdeling] wordt gemonitord. Daarna kan gestart worden met het zoeken naar een passende woonvorm. Daar is volgens de deskundige nog meer dan een jaar voor nodig. Op het moment dat er een duidelijke koers is uitgezet, zal de reclassering betrokken worden. Hiermee is een voorwaardelijke beëindiging over twee jaar niet ondenkbaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting aangevoerd dat aan de wettelijke vereisten voor de verlening van de tbs is voldaan. Het recidiverisico wordt nog ingeschat als matig hoog en zij blijft bij haar vordering de tbs met twee jaar te verlengen. Zij is van mening dat een kortere verlenging alleen maar tot valse verwachtingen en frustraties bij betrokkene zal leiden.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair gevraagd om de behandeling aan te houden teneinde de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken. Betrokkene vindt dat de behandeling te lang duurt en te langzaam vooruit gaat. .. Subsidiair is aangevoerd dat er in het afgelopen jaar weinig is veranderd, maar dat betrokkene in die tijd wel positieve dingen heeft laten zien. De verdediging wil daarom over een jaar kunnen toetsen of het recidiverisico nog steeds aanwezig is. De raadsman heeft daarom subsidiair het verzoek gedaan om de tbs met één jaar te verlengen en daarbij een maatregelenrapport op laten maken. Meer subsidiair verzoekt de verdediging een kale verlenging van de tbs met één jaar en uiterst subsidiair een verlenging van de tbs met twee jaar met een maatregelenrapport.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs-instelling heeft gerapporteerd dat betrokkene sinds 20 augustus 2025 op de resocialisatieafdeling de [afdeling] verblijft, een afdeling met een lager beveiligingsniveau, wat passend is voor het verloop van betrokkene zijn behandeltraject.
Uit het rapport blijkt dat betrokkene het afgelopen jaar een positieve ontwikkeling heeft laten zien en dat hij uit zichzelf spanningen bespreekbaar maakt met het behandelteam. Betrokkene kan rustiger over problemen in gesprek gaan met het behandelteam en daarbij lopen de spanning niet meer zo hoog op als voorheen. Volgens de deskundige lijkt dit een algemene trend te zijn in de ontwikkeling van betrokkene.
Gezien de complexe pathologie van betrokkene en de gebleken beperkte responsiviteit wordt primair ingezet op het versterken van de beschermende factoren en extern risicomanagement. Het gebruik van medicatie is hier een onderdeel van. Door die medicatie is de vijandigheid afgenomen en hanteerbaar. Betrokkene heeft inmiddels de overstap gemaakt naar de [afdeling] en dit is verlopen zonder incidenten of problemen. De koers is afhankelijk van het functioneren op de afdeling de [afdeling] en richt zich met name op behouden van (betaald) werk, de samenwerking met het behandelteam en op termijn doorstromen naar een passende woonvorm. Dit laatste kan een zelfstandige woonruimte dan wel een kliniekwoning met andere tbs-patiënten betreffen. De reclassering dient ook nog bij dit traject betrokken te worden in de vorm van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) en later door middel van een aanvraag voor proefverlof.
Bij het beëindigen van de tbs-maatregel wordt het risico op of gewelddadig gedrag als ‘matig-hoog’ ingeschat. Bij een hypothetisch ontslag vallen externe beschermende factoren zoals toezicht, structuur en begeleiding weg. Bij het wegvallen van het juridisch kader en professionele hulpverlening is de verwachting dat betrokkene zijn medicatie staakt, aangezien hij intern niet gemotiveerd is om daarmee door te gaan.
Door het wegvallen van het behandelteam, zal betrokkene volledig afhankelijk zijn van zijn eigen vaardigheden om stress en problemen te reguleren. Hierin zijn de vaardigheden van betrokkene ontoereikend en zal betrokkene ogenschijnlijk meer in conflict komen met een partner en zijn agressie op die partner gaan richten. Daar zal bovendien geen zicht op zijn, vanwege het wegvallen van de monitorende partnergesprekken. Tezamen zal dit op lange termijn leiden tot een hoog risico op agressie richting een partner.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Ook is het recidivegevaar nog aanwezig en vloeit deze voort uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Voor wat betreft de duur van de verlenging merkt de rechtbank allereerst op dat zij het betreurt dat de overstap naar de [afdeling] na de vorige verlenging van de tbs te lang op zich heeft laten wachten en zij is met de verdediging van oordeel dat deze vertraging niet volledig aan betrokkene verweten kan worden. Anderzijds constateert de rechtbank ook dat het thans voor betrokkene uitgezette traject niet haalbaar is binnen een periode van één jaar.
Op grond daarvan komt de rechtbank tot het oordeel dat de tbs moet worden verlengd met twee jaar en daarbij zal de rechtbank tevens bepalen dat de officier van justitie drie maanden voor het verstrijken van die periode van twee jaar, de opdracht geeft voor het door de reclassering laten opmaken van een maatregelenrapport in het kader van een voorwaardelijke beëindiging.

7.De beslissing.

De rechtbank
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar;
- bepaalt dat de officier van justitie drie maanden voor het verstrijken van de termijn van twee jaar een maatregelenrapport op laat maken.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Verschueren, voorzitter, mr. T.M. Brouwer en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier F.J.M. Nouws en is uitgesproken ter openbare zitting op 25 november 2025.
Mr. J.F.C. Janssen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.