9.Beslissing
- spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Opzetwitwassen, meermalen gepleegd
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 99,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] , € 99,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 1 dag gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 139,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering, voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [benadeelde 2] , € 139,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] van € 68,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] , € 68,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 1 dag gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] van € 149,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4] , € 149,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 5]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 5] van € 138,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [benadeelde 5] , € 138,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 6]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 6] van € 197,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 6] , € 197,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 3 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 7]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 7] van € 158,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 7] , € 158,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 3 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 8]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 8] van € 65,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 8] , € 65,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 1 dag gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 9]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 9] van € 359,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 9] , € 359,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 7 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 10]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 10] van € 188,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 10] , € 188,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 3 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 11]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 11] van € 129,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 11] , € 129,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 12]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 12] van € 99,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 12] , € 99,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 1 dag gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 13]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 13] van € 159,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 13] , € 159,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 3 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 14]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 14] van € 315,00, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 14] , € 315,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 29 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 6 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Polak, voorzitter, en mr. J.C.A.M. Los en
mr. F.L. Donders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Verdult, griffier, en is
uitgesproken ter de openbare zitting op 28 november 2025.
Mr. J.B. Polak en mr. K. Verdult zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2024 tot en met 29 mei 2024 te
[plaats] , althans in Nederland,
een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een
geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten
tegen betaling, te weten
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 1] voor 139 euro en/of (KV: aangifte zegt 99,00)
- via de servers waarop marktplaats en/of de servers waarop Instagram wordt
gehost een of meerdere kledingstukken aan [naam 1] voor 119 euro en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[naam 2] voor 200 euro en/of
- via de servers waarop marktplaats en/of de servers waarop Whatsapp wordt gehost
een of meerdere kledingstukken aan [benadeelde 2] voor 139 euro en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 3] voor 49 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 4] voor 149 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[naam 3] voor 160 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 5] voor 138 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost en/of de servers waarop
marktplaats wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan [naam 4] voor
217 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[naam 5] voor 110 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 6] voor 178 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 7] voor 158 euro, en/of
- via de servers waarop marktplaats wordt gehost een of meerdere kledingstukken
aan [benadeelde 8] voor 65 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken
en/of een horloge aan [benadeelde 9] voor 359 euro, en/of
- via de servers waarop marktplaats wordt gehost en/of de servers waarop
Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken en/of een horloge aan [benadeelde 10]
[benadeelde 10] voor 188 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 11] voor 119 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 12] voor 99 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[naam 6] voor 217 euro, en/of
- via de servers waarop Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan
[benadeelde 13] voor 139 euro, en/of
- via de servers waarop marktplaats wordt gehost en/of de servers waarop
Instagram wordt gehost een of meerdere kledingstukken aan [benadeelde 14] voor 315 euro,
met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling
van die goederen of diensten te verzekeren
( art 326e Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, in of omstreeks 10 april 2024 tot en met 29 mei 2024, te [plaats]
(van) een of meerdere geldbedragen (van in totaal 3178 euro), althans een of meer
voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die
voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden
had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art
420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )