Uitspraak
Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De vordering van de benadeelde partij
6.Beslissing
spreekt verdachte vrijvan de ten laste gelegde feiten;
hij in of omstreeks 19 mei 2021 tot en met 23 december 2021 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meerdere elektronische apparaten, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele
toebehoorde aan [aangever] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk goed verdachte en/of zijn mededader(s), uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als medewerker van [aangever],
in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
( art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2021 tot en met 22 december 2021 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om opzettelijk een of meerdere telefoons en/of elektronische apparaten, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [aangever] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk goed verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als medewerker van [aangever], in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich toe te eigenen,
- een braadpan uit een doos met 'second chance goederen' heeft/hebben gehaald en/of
- voornoemde doos heeft/hebben gevuld met een of meerdere telefoons en/of elektronische apparaten en/of heeft/hebben verstevigd en/of verzwaard met metalen staven en/of een flesje olie en/of
- een bestelling van voornoemde braadpan en/of voornoemde doos heeft/hebben geplaatst
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
( art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )