4.3.2.De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Vaststelling van de feiten
De verdachten [verdachte] (hierna verdachte) en zijn broer [medeverdachte] (hierna medeverdachte) worden verdacht van de handel in verdovende middelen en het opzettelijk aanwezig hebben van die middelen. De verdachte wordt daarnaast verdacht van het voorhanden hebben van pepperspray. Op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank de volgende feiten vast.
Op 3 en 10 november 2023 heeft de politie een Kia Rio met [kenteken 1] onder observatie gehouden. Verdachte wordt herkend als bestuurder van deze auto. Door de verbalisanten wordt gezien dat er meerdere keren een persoon bij verdachte in de auto stapt, korte tijd blijft zitten en vervolgens weer uitstapt. De verbalisanten vermoeden dat verdachte vanuit zijn auto verdovende middelen verkoopt en dit wordt door de kopers bevestigd. De [getuige 1] heeft op 3 november 2023 verklaard dat hij cocaïne heeft gekocht van verdachte. Bij voorlopig onderzoek aan de drugs bleek het om cocaïne te gaan. De [getuige 2] heeft verklaard dat hij hennep van verdachte heeft gekocht. De waarnemingen van de politie komen overeen met waarnemingen die de politie eerder heeft gedaan op 20 januari 2023. Bij de eerdere observaties is verdachte meermaals staande gehouden en bleek hij hennep in zijn voertuig aanwezig te hebben. De [getuige 3] heeft op 20 januari 2023 verklaard hennep bij verdachte te hebben gekocht.
Ten aanzien van de medeverdachte doet de politie gelijksoortige observaties. Ook de medeverdachte is op 10 november 2023 geobserveerd waarbij drugstransacties zijn waargenomen. Kopers van de middelen hebben ook bevestigd dat de medeverdachte hen cocaïne dan wel hennep had verkocht.
Naar aanleiding van de observaties hebben op 27 november 2023 doorzoekingen plaatsgevonden in de woning van verdachte ( [adres 2] ) en de woning van de medeverdachte ( [adres 3] ). In de woning van verdachte zijn 439,3 gram en 5,5 gram cocaïne aangetroffen. Daarnaast zijn in de woning meerdere telefoons aangetroffen, waaronder een IPhone XR (goednummer 2663444) en een IPhone 12 (goednummer 2663435). Ook is in de woning van verdachte een busje pepperspray aangetroffen. In de woning van de medeverdachte zijn 938 gram hennep, 165 gram hasj en 83,25 gram cocaïne aangetroffen. Ook in deze woning zijn meerdere telefoons in beslag genomen, waaronder een IPhone XR (goednummer 2663724) en een Nokia (goednummer 2663453). Tevens zijn in beide woningen contante geldbedragen in beslag genomen.
De op 27 november 2023 aangetroffen hoeveelheden harddrugs zijn getest door het NFI, waaruit is gebleken dat het cocaïne betreft. De hoeveelheden hennep zijn door de verbalisanten als zodanig herkend. Ook de hierboven genoemde telefoons zijn onderzocht en door de politie aangemerkt als dealertelefoons. In de telefoons zijn berichten aangetroffen die wijzen op de handel in verdovende middelen.
Bij de politie hebben verdachte en de medeverdachte gebruik gemaakt van het zwijgrecht. Op zitting heeft verdachte bekend dat hij wist van de cocaïne die is aangetroffen in zijn woning en dat hij het busje pepperspray voorhanden heeft gehad.
Medeplegen
Verdachte wordt verweten dat hij samen met de medeverdachte verdovende middelen heeft verhandeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van medeplegen omdat de beide verdachten dealden in dezelfde periode, zij dezelfde soorten verdovende middelen aanboden en deze verdovende middelen waren verpakt in gelijksoortige ponypacks. Ook heeft de politie waargenomen dat verdachte op 3 november 2023 tijdens het dealen een plastic zak overhandigd kreeg uit de tuin van de woning van de medeverdachte. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten voor een nauwe en bewuste samenwerking zodat er geen sprake is van medeplegen.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Hiervoor is van belang dat verdachte een materiële of intellectuele bijdrage levert van voldoende gewicht. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
In het licht van voornoemde maatstaf oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van medeplegen. Ondanks dat het dossier enkele opvallende overeenkomsten bevat tussen de handelwijze van beide verdachten, kan niet worden vastgesteld dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte is slechts eenmaal waargenomen bij de woning van de medeverdachte. Hierbij is gezien dat aan hem een plastic zak wordt overhandigd, maar onduidelijk is gebleven wat de inhoud van deze plastic zak was. Daarnaast beschikten zij beiden over eigen dealertelefoons, reden zij in verschillende auto’s en kan niet worden uitgesloten dat de verdovende middelen die in de verschillende woningen zijn aangetroffen een eigen dealervoorraad betreffen. Daarnaast is niet gebleken van een taakverdeling of onderlinge afstemming van de gedragingen van verdachten.
Alles overziend kan niet worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het
medeplegenvan de onder 1, 2 en 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Opzettelijk aanwezig hebben van hennep (feit 4)
Onder feit 4 wordt verdachte verweten dat hij al dan niet met een ander opzettelijk meerdere hoeveelheden softdrugs (hennep en hasjiesj) aanwezig heeft gehad. Deze verdovende middelen zijn op 27 november 2023 bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 3] aangetroffen. Dit betreft de woning waar de medeverdachte woonachtig is. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat van medeplegen geen sprake is en de rechtbank ook niet is gebleken van wetenschap bij verdachte van de aanwezigheid van deze middelen of het hebben van beschikkingsmacht daarover, zal de rechtbank verdachte van dit feit volledig vrijspreken.
Opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne (feit 2)
Onder feit 2 wordt verdachte verweten dat hij opzettelijk meerdere hoeveelheden cocaïne aanwezig heeft gehad. Na onderzoek door het NFI is gebleken dat bij de doorzoeking van de woning van verdachte in totaal 444,8 gram van een materiaal bevattende cocaïne is aangetroffen. Verdachte bekent de cocaïne opzettelijk aanwezig te hebben gehad in zijn woning. De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Wel is de rechtbank van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde 84,74 gram cocaïne, omdat deze in de woning van de medeverdachte is aangetroffen. Nu geen sprake is van medeplegen en niet blijkt van wetenschap van of beschikkingsmacht over deze elders aangetroffen hoeveelheid cocaïne, kan dit onderdeel van de tenlastelegging niet tot een bewezenverklaring leiden.
Handel in cocaïne en hennep (feiten 1 en 3)
Naast het aanwezig hebben van de verdovende middelen wordt verdachte tevens verweten dat hij gedurende een periode heeft gehandeld in cocaïne en hennep.
Gelet op de hiervoor vastgestelde feiten is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte heeft gehandeld in cocaïne en hennep. Uit de observaties is gebleken dat verdachte deze middelen heeft vervoerd en verkocht. De verbalisanten zien dat verdachte in zijn auto rondrijdt, telkens kort op een plek stopt en er vervolgens iemand bij hem instapt. Deze persoon stapt enkele seconden later weer uit, waarna de verdachte weer verder rijdt. Verbalisanten hebben enkele kopers na de transactie staande gehouden. [getuige 1] heeft verklaard dat hij cocaïne heeft gekocht van verdachte. [getuige 2] heeft verklaard dat hij hennep heeft gekocht bij verdachte. Ook is verdachte meermaals (in zijn auto) staande gehouden waarbij in meerdere ponypacks verpakte hennep onder hem is aangetroffen. Bovendien blijkt uit de berichten die zijn aangetroffen op de IPhone 12 en IPhone XR dat verdachte handelt in verdovende middelen. Ook is in de woning van verdachte op 27 november 2023 een handelshoeveelheid van ruim 440 gram cocaïne aangetroffen.
Gelet op deze bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode (meermalen) schuldig heeft gemaakt aan de handel in cocaïne en hennep.
Pepperspray (feit 5)
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte op zitting en de overige bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van pepperspray.