Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de akte met producties 20 en 21 en wijziging eis althans grondslag eis van CZ
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eisende partij, DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ CZ GROEP U.A., een vordering ingediend tegen de gedaagde partij. De zaak betreft een vordering tot betaling van € 109.511,94, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 februari 2023. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 23 oktober 2024, waarin de rechtbank de partijen heeft geïnformeerd over het verloop van de procedure en de ingediende stukken.
Tijdens de procedure heeft CZ haar eis verminderd en aangegeven dat de gedaagde partij de gewijzigde eis erkent. Dit leidde tot de beslissing dat een mondelinge behandeling niet meer nodig was, en partijen verzochten de rechtbank om vonnis te wijzen. De rechtbank heeft de vordering van CZ toegewezen en de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente.
Daarnaast is de gedaagde partij in het ongelijk gesteld en moet zij de proceskosten betalen, die zijn begroot op een totaal van € 8.859,97. De rechtbank heeft bepaald dat de gedaagde binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze veroordeling moet voldoen, met een verhoging van kosten indien niet tijdig wordt betaald. Het vonnis is uitgesproken op 12 februari 2025.