ECLI:NL:RBZWB:2025:8802

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
02-025152-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging

Op 27 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 2019 was gelast na een veroordeling voor doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs, die op 4 december 2019 is ingegaan, opnieuw moest worden verlengd met twee jaar, gezien het advies van de tbs-instelling en het hoge recidiverisico bij het wegvallen van de tbs. De betrokkene, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, heeft stappen gezet in zijn behandeling, maar de rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen nog steeds in het geding is. De officier van justitie heeft de verlenging van de tbs ondersteund, terwijl de verdediging zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft benadrukt dat de actieve inzet van de betrokkene en zijn positieve houding cruciaal zijn voor het verloop van de behandeling. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-025152-19
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 november 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
verblijvende bij de [FPA] te [plaats],
hierna: betrokkene
raadsman mr. P.C. Schouten, advocaat te Breda

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 19 november 2019 is de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) van betrokkene gelast en is zijn verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging) bevolen. De tbs is gelast ter zake van doodslag. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De termijn van de tbs is aangevangen op 4 december 2019. Bij beslissing van deze rechtbank van 12 december 2023 is de tbs laatstelijk verlengd met een termijn van twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 9 oktober 2025 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de tbs. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 27 november 2025 behandeld. De officier van justitie mr. P.W.P. Emmen is gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.C. Schouten, advocaat te Breda. Voorts is als deskundige gehoord [naam], GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij [FPC]. De rechtbank heeft direct mondeling uitspraak gedaan.

3.Adviezen

3.1.
Advies instelling
De tbs-instelling [FPC] heeft in het rapport van 4 september 2025 geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. De tbs-instelling heeft daartoe aangevoerd dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire-I-stoornis met psychotische kenmerken, een autismespectrumstoornis, een lichte verstandelijke beperking (met een disharmonisch intelligentieprofiel) en stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis (in remissie).
De stoornissen zijn nog aanwezig en actueel. Het ziektebesef blijft groeiende en betrokkene zet zich in voor zijn behandeling. Het recidiverisico wordt hoog geschat bij het wegvallen van het tbs-kader. De behandeling richt zich op het vergroten van ziektebesef, inzicht en vaardigheden. Tevens wordt ingezet op het vergroten van zijn positief zelfbeeld, het beter kunnen verdragen van zijn angstige gedachten en het uitstellen van het piekeren hierover. Op 19 augustus 2024 is betrokkene met transmuraal verlof naar [FPA] in [locatie] overgeplaatst. Belangrijk is dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene met kleine stappen verloopt om het overzichtelijk te houden voor hem, wat piekeren deels kan voorkomen. Op de FPA wordt getoetst hoe betrokkene zich staande houdt bij een lager beveiligings- en zorgniveau en toenemende vrijheden. Zijn traject bij de FPA verloopt naar tevredenheid. Het voorgenomen traject is om betrokkene via [FPA] toe te leiden naar een beschermde woonvorm met 24-uurs zorg. Belangrijk is dat het een woonvorm betreft waar betrokkene langdurig kan blijven wonen, dat er voldoende toezicht geboden wordt en dat er rekening wordt gehouden met zijn chronische problematiek. Betrokkene blijft naar verwachting langdurig, en mogelijk levenslang, afhankelijk van begeleiding en een stevige externe structuur. Een rustige en gestructureerde omgeving waar toezicht en ondersteuning beschikbaar zijn met kennis op het gebied van zowel zijn psychiatrische problematiek, de ontwikkelingsproblematiek en forensische expertise, is aangewezen. Een eerste stap in het resocialisatietraject van betrokkene is het betrekken van de reclassering, voor contactopbouw en het onderzoeken van de (on-)mogelijkheden van een proefverlof. Dit traject neemt nog minimaal twee jaar in beslag.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan het volgende toegevoegd. Bij de reclassering is al iemand toegewezen om contact op te bouwen met betrokkene. Dit zal op korte termijn starten. Er is nog geen zicht op wanneer betrokkene kan starten met proefverlof. Als de reclassering wordt betrokken, duurt het meestal ongeveer negen maanden voor het proefverlof start. Als het proefverlof goed verloopt, kan betrokkene worden aangemeld voor een beschermde woonvorm.

4.Standpunt van partijen

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Er is bij betrokkene nog steeds sprake van een stoornis en er is een hoog recidiverisico bij het wegvallen van de tbs. Het is positief dat betrokkene stappen heeft gezet in zijn behandeling. Daarnaast is het goed om te horen dat betrokkene en de instelling op één lijn zitten.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene heeft de intrinsieke behoefte aan verbetering en begrijpt dat hij dit enkel stap voor stap kan bereiken. Betrokkene aanvaardt dat daar tijd voor nodig is.
Betrokkene heeft dat ter zitting bevestigd. Het gaat goed, ook met de medicatie die hij krijgt en hij staat achter de koers die door de kliniek voor de toekomst is uitgezet.

5.Beoordeling

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De rechtbank stelt op basis van het advies en hetgeen op zitting is besproken vast dat het traject nog minstens twee jaar in beslag zal nemen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene dient te worden verlengd met twee jaar.
De rechtbank benadrukt daarbij dat de actieve inzet van betrokkene en zijn positieve houding een belangrijke rol hebben gespeeld bij het goede verloop van de behandeling, waarvoor hij een compliment verdient. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat betrokkene deze positieve weg in de komende periode zal doorzetten.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met
2 (twee)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. P.K.J. van der Wal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede en mr. D.M. de Vries, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 november 2025.
De griffier mr. Van de Vrede is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.