ECLI:NL:RBZWB:2025:8803

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
02-002250-99
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs met dwangverpleging met twee jaar

Op 27 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 2000 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch was veroordeeld voor kindermisbruik. De rechtbank constateert dat de tbs is aangevangen op 1 december 2001 en dat deze voor het laatst was verlengd op 17 november 2023. De rechtbank ontving op 9 oktober 2025 een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de tbs, welke op 27 november 2025 werd behandeld. De officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, en de raadsman van de betrokkene, mr. M.P.J.W.M. Govers, waren aanwezig. De rechtbank hoorde ook een deskundige, mevrouw [naam], GZ-psycholoog en behandelcoördinator. De tbs-instelling had in een rapport geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen, gezien de aanhoudende problematiek van de betrokkene, waaronder een pedofiele stoornis en autismespectrumstoornis. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist, en dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is. De rechtbank besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, en deze beslissing werd genomen door een meervoudige kamer.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-002250-99
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 november 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1975 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [locatie] , te [plaats]
hierna: betrokkene
raadsman mr. M.P.J.W.M. Govers, advocaat te Tilburg

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 19 september 2000 is betrokkene in hoger beroep wegens kindermisbruik veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De termijn van de tbs is aangevangen op 1 december 2001.
Bij beslissing van deze rechtbank van 17 november 2023 is de tbs laatstelijk verlengd met een termijn van twee jaren.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 9 oktober 2025 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de tbs. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 27 november 2025 behandeld. De officier van justitie mr. P.W.P. Emmen is gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.P.J.W.M. Govers, advocaat te Tilburg. Voorts is als deskundige gehoord mevrouw [naam], GZ- psycholoog en behandelcoördinator bij [locatie] . De rechtbank heeft direct mondeling uitspraak gedaan.

3.Adviezen

3.1.
Advies instelling
De tbs-instelling heeft in het rapport van 10 september 2025 geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-instelling heeft daartoe aangevoerd dat bij betrokkene sprake is van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, een autismespectrumstoornis en het syndroom van Klinefelter. De belangrijkste delictgerelateerde factoren zijn de autismespectrumstoornis, de pedoseksuele voorkeur en de gebrekkige copingvaardigheden. Deze kernproblematiek is nog altijd en waarschijnlijk blijvend aanwezig.
Betrokkene heeft geen hoge beveiligingsgraad nodig, maar wel intensieve begeleiding en forensisch toezicht. Betrokkene heeft er baat bij te wonen binnen een gespecialiseerde instelling met intensieve begeleiding en toezicht, waar goed zicht kan worden gehouden op de psychische conditie en seksualiteitsbeleving, en waar contact met kinderen vermeden wordt. Deze zorg en controle zal zeer langdurig, mogelijk levenslang, nodig zijn om het risico op terugval in een zedendelict met een minderjarige te borgen. Voorlopig biedt alleen tbs met dwangverpleging voldoende garanties op het voorkomen van nieuw delictgedrag en wordt langdurig verblijf binnen [locatie] passend geacht.
De aankomende periode zal gericht zijn op het optimaliseren van de ervaren kwaliteit van leven van betrokkene, maar er zullen geen concrete stappen gezet worden die een resocialisatiedoel dienen. Betrokkene wenst evenmin uitbreiding van zijn verlofkader.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan toegevoegd dat de omgevingsprothese die binnen de longcare wordt geboden van belang is voor het recidiverisico. Daarnaast is betrokkene zelf ook tevreden op [locatie] . Eerder is gekeken naar een andere uitstroom, maar er bleek geen plek met de benodigde forensische sterkte en passende ondersteuning en begeleiding. Als er in de toekomst wel een dergelijke plek komt, zal daar zeker naar worden gekeken.

4.Standpunt van partijen

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Betrokkene heeft verklaard dat hij goed op zijn plek zit bij [locatie] en dat hij achter de verlenging van de maatregel staat.

5.Beoordeling

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Met alle betrokken partijen ziet ook de rechtbank de noodzaak van een verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank is daarom van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met
2 (twee)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. P.K.J. van der Wal, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. M.H.M. Collombon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 november 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.