ECLI:NL:RBZWB:2025:9005
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens overlijden van eiser zonder erfgenamen
Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiser had beroep aangetekend tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat eiser op 16 maart 2025 was overleden en dat er geen erfgenamen waren die het beroep wilden voortzetten. De rechtbank heeft geconstateerd dat de bewindvoerder van eiser betrokken was bij het beroep, maar dat het bewind met het overlijden van eiser van rechtswege was geëindigd. Ondanks pogingen van de bewindvoerder om contact te krijgen met een erfgenaam, heeft zich niemand gemeld. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het beroep komen te ontvallen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk is beoordeeld. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.