Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1971. De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 22 januari 2025 is ingediend, met een referteverklaring van de betrokkene die op 4 februari 2025 is ondertekend. De rechtbank heeft besloten om het verzoek niet mondeling te behandelen, omdat de betrokkene zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en heeft een zorgmachtiging verleend voor een periode van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles.
De rechtbank heeft het verzoek voor andere zorgvormen afgewezen, omdat er geen noodzaak voor was. De verleende zorgmachtiging is bedoeld om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen, en om de veiligheid van de betrokkene en zijn omgeving te waarborgen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van de griffier Baremans.