In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1973, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 30 januari 2025. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene en haar advocaat, mr. C.L.M. Gommers, gehoord, evenals een klinisch psycholoog. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor haarzelf en anderen. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat, maar begrijpt de noodzaak van de zorgmachtiging ter bescherming van zichzelf.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 6 februari 2026, en heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg toegewezen, met uitzondering van enkele andere verzoeken die zijn afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, met griffier Baremans aanwezig.