ECLI:NL:RBZWB:2025:936

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
C/02/431355 / FA RK 25-487
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met bipolaire-stemmingsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1973, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 30 januari 2025. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene en haar advocaat, mr. C.L.M. Gommers, gehoord, evenals een klinisch psycholoog. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor haarzelf en anderen. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat, maar begrijpt de noodzaak van de zorgmachtiging ter bescherming van zichzelf.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 6 februari 2026, en heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg toegewezen, met uitzondering van enkele andere verzoeken die zijn afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, met griffier Baremans aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431355 / FA RK 25-487
Datum uitspraak: 6 februari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1973 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [woonplaats],
gehoord te [accommodatie],
advocaat mr. C.L.M. Gommers te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 30 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 6 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw [naam], klinisch psycholoog.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 12 februari 2025.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van twaalf maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met haar gaat. Op de vraag wat zij van het verzoek vindt zegt zij dat zij liever geen zorgmachtiging heeft. Zij begrijpt echter wel dat een zorgmachtiging wordt gevraagd. Zij vindt dit ter bescherming van haarzelf eigenlijk ook wel nodig.
4.2.
De klinisch psycholoog licht toe dat het inderdaad goed met betrokkene gaat. Er zijn echter nog steeds momenten - ten minste één maal per jaar - waarop het mis loopt. In dergelijke gevallen wordt ook gezien dat het dan goed en vooral snel mis loopt. Daarom zijn ook alle in het verzoek genoemde zorgvormen nodig. Van die verzochte zorgvormen zijn ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘het opnemen in een accommodatie’ noodzakelijk vanaf het moment dat betrokkene dreigt te ontregelen. In die situaties is direct ingrijpen noodzakelijk en is er geen tijd meer om een wijziging zorgmachtiging te vragen.
4.3.
De advocaat constateert eveneens dat het goed gaat met haar cliënte, maar dat een zorgmachtiging zoals verzocht op dit moment nog wel noodzakelijk is. Met deze toelichting kan zij achter het verzoek staan, met dien verstande, dat ‘het beperken van de bewegings-vrijheid’ en ‘het opnemen in een accommodatie’ van de zorgmachtiging geclausuleerd deel dienen uit te maken, zoals mondeling besproken.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de bij het verzoek overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen.
5.3.
Ook is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam gebleken dat het gedrag van betrokkene als gevolg van haar stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Daarover heeft de klinisch psycholoog naar voren gebracht dat betrokkene momenteel stabiel is, maar dat is gebleken dat zij gemiddeld jaarlijks ten minste één moment kent waarbij er van psychotische dan wel manische ontregeling sprake is. De ervaring heeft geleerd dat betrokkene op die momenten snel en fors decompenseert. Zij is dan bovendien wilsonbekwaam om adequate afwegingen te maken ten behoeve van haar gezondheid. In die situaties is direct ingrijpen middels het toepassen van verplichte zorg, waaronder een klinische opname mogelijkheid, noodzakelijk en is er geen tijd meer om een wijziging zorgmachtiging te vragen. De stelling van de klinisch psycholoog is door betrokkene en haar advocaat niet weersproken. Hieruit concludeert de rechtbank dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot
gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder in dit geval te
verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven onderhouden met haar ambulant behandelteam.
De hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg zullen dus worden toegewezen.
Gebleken is voorts dat in het geval dat ambulante zorg niet langer toereikend is om het ernstig nadeel af te wenden óók en voor beperkte duur de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn:
- beperken van de bewegingsvrijheid.
- opnemen in een accommodatie.
De laatstgenoemde twee vormen van verplichte zorg zullen dus ook worden toegewezen, zij het geclausuleerd, als hierna in het dictum weergegeven.
Gebleken is dat voor andere in het verzoekschrift gevraagde vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor de duur van twaalf maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor:
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1973 in [geboorteplaats];
6.2.
bepaalt dat voor de duur van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de navolgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot
gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder in dit geval te
verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven onderhouden met haar
ambulant behandelteam. De frequentie van dat contact zal door het ambulant
behandelteam op geleide van het toestandsbeeld van betrokkene worden bepaald;
6.3.
bepaalt voorts dat bovendien, doch slechts indien èn vanaf het moment dat betrokkene hetzij zich onttrekt aan ambulante behandeling en/of stabilisatie van betrokkene niet langer in ambulant kader énkel op basis van medicatie valt te bereiken, dan wel betrokkene decompenseert of dreigt te decompenseren, steeds voor zo kort mogelijke, voor stabilisatie noodzakelijke duur en nooit langer dan tot en met de einddatum van deze machtiging ook de volgende verplichte vormen van zorg kunnen worden toegepast:
- het beperken van de bewegingsvrijheid,
- opnemen in een accommodatie,
6.4
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2026;
6.5.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2025 door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 19 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.