ECLI:NL:RBZWB:2025:956

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
10931647 CV EXPL 24-581 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een bindende eindbeslissing in een civiele procedure betreffende klachten aan een auto

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter op 19 februari 2025 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser] en AUTOBEDRIJF UITWAARD B.V. De zaak betreft een heroverweging van een bindende eindbeslissing die in een eerder tussenvonnis is genomen. In dat tussenvonnis, gedateerd 28 augustus 2024, werd aan partijen gevraagd om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenbericht. Gedaagde, AUTOBEDRIJF UITWAARD B.V., heeft in haar akte aangegeven dat er ten onrechte van is uitgegaan dat er geen discussie bestond over de klachten aan de auto. De kantonrechter heeft deze opmerking ter harte genomen en besloten het tussenvonnis te heroverwegen. De kantonrechter oordeelt dat er gegronde redenen zijn om de eerdere bindende eindbeslissing te herzien, omdat deze berust op een onjuiste feitelijke grondslag. De kantonrechter heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze heroverweging voordat verdere beslissingen worden genomen. De zaak is aangehouden voor een akte van beide partijen over de heroverweging.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10931647 \ CV EXPL 24-581
Vonnis van 19 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M. Goedhart,
tegen
AUTOBEDRIJF UITWAARD B.V.,
te Giessen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Uitwaard,
gemachtigde: SRM Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 augustus 2024
- de akte van [eiser]
- de akte van Uitwaard.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
De kantonrechter heeft in het eerdere tussenvonnis aan partijen gevraagd om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenbericht. Uitwaard heeft in haar akte vermeld dat er in het voorgaande tussenvonnis ten onrechte van uit is gegaan dat over de enkele aanwezigheid van de klachten aan de auto geen discussie bestond. De kantonrechter ziet in deze zaak aanleiding om het tussenvonnis op het punt van deze bindende eindbeslissing te heroverwegen. Partijen krijgen eerst de gelegenheid om zich hierover uit te laten.
2.2.
De kantonrechter zal deze beslissing hieronder toelichten.

3.De (verdere) beoordeling

Wat zegt Uitwaard in haar akte?
3.1.
In het tussenvonnis van 28 augustus 2024 is onder 5.5 overwogen dat Uitwaard de klachten die [eiser] heeft gemeld in september en oktober 2022 op zichzelf niet betwist, maar dat Uitwaard enkel betwist, dat die klachten duiden op een gebrek aan de distributieketting ten tijde van de aflevering van de auto. Uitwaard geeft in haar akte na tussenvonnis aan dat zij evenwel uitdrukkelijk (heeft) betwist dat de klachten destijds aanwezig waren, waardoor de hiervoor genoemde overweging in het tussenvonnis niet juist is.
Toetsingskader heroverweging van een bindende eindbeslissing
3.2.
De overweging dat Uitwaard kort gezegd de klachten op zichzelf niet heeft betwist, is een zonder voorbehoud gegeven beslissing op een geschilpunt van feitelijke of juridische aard. Als die niet in het dictum maar in de overwegingen van een tussenvonnis is gegeven, maakt dit een vonnis geen eindvonnis, maar bindt dit de rechter bij latere vonnissen in dezelfde instantie wel. Daarom wordt dit een ‘bindende eindbeslissing’ genoemd.
3.3.
Een bindende eindbeslissing berust onder meer op een onjuiste feitelijke grondslag als de rechter inziet dat zijn uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven oordeel was gegrond op een onhoudbare feitelijke lezing van een of meer gedingstukken, welke lezing, bij handhaving, zou kunnen leiden tot een einduitspraak waarvan de rechter overtuigd is dat die ondeugdelijk zou zijn.
3.4.
De eisen van een goede procesorde brengen daarom mee dat de rechter, aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing. Dit kan zowel op verzoek van een van de partijen als uit zichzelf. De rechter geeft partijen over het algemeen wel eerst de gelegenheid om zich over zo’n heroverweging uit te laten.
Er is in deze zaak sprake van zo’n bindende eindbeslissing
3.5.
De kantonrechter oordeelt dat er in deze zaak sprake is van een bindende eindbeslissing die berust op een onjuiste feitelijke grondslag. Uitwaard heeft ter zitting gezegd dat zij de klachten had onderzocht, zij deze klachten niet had waargenomen en dat de klachten niet zijn aangetoond. De kantonrechter meent daarom dat er in deze zaak gegronde reden is om het tussenvonnis op het punt van deze bindende eindbeslissing te heroverwegen om een ondeugdelijke einduitspraak te voorkomen.
Partijen krijgen eerst de gelegenheid om zich over de heroverweging uit te laten
3.6.
De kantonrechter zal partijen eerst de gelegenheid geven zich uit te laten over dit voornemen tot heroverweging van de hiervoor bedoelde eindbeslissing.
3.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 12 maart 2025voor het nemen van een akte door beide partijen over wat is vermeld onder 3.6,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.