In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van eisers tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van twee woningen op een locatie in Moerdijk beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk ten onrechte een omgevingsvergunning heeft verleend zonder de vereiste verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad. De rechtbank stelt vast dat het delegatiebesluit van de gemeenteraad, waarin wordt aangegeven in welke gevallen geen verklaring van geen bedenkingen nodig is, te ruim is geformuleerd en daarmee onverbindend is. Dit besluit biedt onvoldoende duidelijkheid over de gevallen waarin het college zonder deze verklaring kan handelen.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank biedt het college de mogelijkheid om het gebrek in het besluit te herstellen door alsnog de gemeenteraad om een verklaring van geen bedenkingen te vragen. De rechtbank stelt een termijn van zes weken in voor het college om dit te doen, en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 februari 2025 en is gedaan door rechter R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier R.J. Wesel.