Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[naam 1] , h.o.d.n. [bedrijf] ,
[naam 2],
[naam 3],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling in reconventie
krijgt 10% van de omzet die is betaald door klanten die hij heeft ingebracht en actief onderhoudt”. In de concept samenwerkingsovereenkomst wordt niet [naam 3] , maar een vennootschap genaamd [naam 3] & [naam 1] B.V. genoemd aan wie de nieuw op te richten CR Start B.V. een vergoeding van 10% van de omzet verschuldigd is. Bovendien wordt die omzetvergoeding, in tegenstelling tot hetgeen daarover in het document van september 2023 is opgenomen, niet afhankelijk gemaakt van de door [naam 3] ingebrachte omzet. De concept samenwerkingsovereenkomst heeft het namelijk over een “
vaste vergoeding van 10% van de door CR Start BV gefactureerde commerciële omzet” die aan [naam 3] & [naam 1] B.V. verschuldigd is. Daarbovenop zou [naam 3] & [naam 1] B.V. de door haar verrichte diensten maandelijks mogen factureren aan CR start B.V., zo staat in het concept vermeld. Dat is allemaal niet in lijn met hetgeen hierover in het document van september 2023 is opgenomen en het is begrijpelijk dat dit voor Pathfinder essentieel was.