ECLI:NL:RBZWO:2001:AD6049
Rechtbank Zwolle
- Hoger beroep
- Th.A. Ariëns
- W.J.B. Cornelissen
- W.F. Boele
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter te Lelystad inzake bindend advies en schadevergoeding
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter te Lelystad, gewezen op 3 januari 2001. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. D.H. Sloof en advocaat mr. G. Martin, vorderde onder andere de vernietiging van een bindend advies van de geschillencommissie en schadevergoeding van fl. 7.124,25, vermeerderd met wettelijke rente. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. Joh.C. Westmaas, heeft verweer gevoerd en de bevestiging van het vonnis van de kantonrechter bepleit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het hoger beroep tijdig en op de juiste wijze is ingesteld. De appellant heeft vier grieven geformuleerd, die onder andere betrekking hebben op de bindendheid van het advies en de motivering van de kantonrechter. De rechtbank heeft de grieven besproken en geconcludeerd dat de appellant niet heeft aangetoond dat het bindend advies onterecht was. De rechtbank oordeelt dat de geschillencommissie op basis van de ingediende stukken en het onderzoek van de auto van de appellant tot een redelijke conclusie is gekomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De kosten aan de zijde van de geïntimeerde zijn vastgesteld op fl. 2.590,--. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar op 21 november 2001 door de rechters Th.A. Ariëns, W.J.B. Cornelissen en W.F. Boele.