ECLI:NL:RBZWO:2002:AE4980
Rechtbank Zwolle
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Geschil over de rechtsgeldigheid van beëindiging arbeidsovereenkomst en voorlopige voorziening tot loonbetaling
In deze zaak vorderde de werkneemster, die als cateringmedewerkster bij SODEXHO B.V. in dienst was, een voorlopige voorziening tot betaling van achterstallig loon en doorbetaling van haar salaris. De werkneemster stelde dat haar arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was geëindigd na afloop van de bepaalde tijd, omdat er volgens haar voorafgaande opzegging vereist was op basis van artikel 7:667, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek. De werkneemster voerde aan dat SODEXHO B.V. als opvolger van Tempo Team moest worden beschouwd, omdat zij hetzelfde werk bleef doen. De werkgeefster betwistte deze stelling en stelde dat de uitzendovereenkomst niet voor onbepaalde tijd was geëindigd en dat er geen sprake was van een aaneengeschakelde periode van 18 maanden met dezelfde opdrachtgever.
De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster onvoldoende bewijs had geleverd dat de uitzendovereenkomst met Tempo Team was omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter wees erop dat er meerdere inleners waren en dat de werkneemster niet continu voor dezelfde inlener had gewerkt. Bovendien was er geen bewijs dat de arbeidsovereenkomst met SODEXHO B.V. rechtsgeldig was opgezegd. De kantonrechter concludeerde dat de gevorderde voorlopige voorziening moest worden geweigerd, en dat de werkneemster als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De uitspraak werd gedaan op 8 juli 2002 door de kantonrechter M.E.L. Fikkers in Zwolle, waarbij de werkneemster werd veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op €360,00 voor het salaris van de gemachtigde van de werkgeefster.