ECLI:NL:RBZWO:2002:AF2398

Rechtbank Zwolle

Datum uitspraak
19 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
80865 KG RK 02-777
Instantie
Rechtbank Zwolle
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.A. Ariëns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring van onderhandse verkoop van onroerende zaak in Almere

In deze zaak heeft de rechtbank Zwolle op 19 december 2002 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot goedkeuring van een onderhandse verkoop van een onroerende zaak, gelegen in het Weteringpark West in Almere. De verzoekster, bestaande uit verschillende Rabobank-vennootschappen, heeft een verzoek ingediend om goedkeuring te verkrijgen voor de verkoop van een perceel grond, inclusief een in aanbouw zijnde kasteelcomplex, aan de besloten vennootschap O.G. Exploitatiemaatschappij Kasteel 'Almere' B.V. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 december 2002, waarbij verschillende partijen aanwezig waren, waaronder vertegenwoordigers van de Gemeente Almere en de gerekwestreerde.

Tijdens de zitting werd er gediscussieerd over de waarde van de onroerende zaak en de mogelijkheid van een veiling. De gerekwestreerde had een hoger bod gedaan dan het bod van de verzoekster, maar de verzoekster stelde dat een veiling waarschijnlijk niet tot een hogere opbrengst zou leiden. De Gemeente Almere gaf aan dat zij het project graag gerealiseerd wilde zien en dat zij vertrouwen had in de gerekwestreerde om het project af te ronden.

Na overleg tussen de partijen werd de zitting aangehouden tot 18 december 2002. Op die datum heeft de gerekwestreerde aangegeven zich niet langer te verzetten tegen het bod van de verzoekster, en de Gemeente Almere heeft ook geen bezwaar meer gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens de koopovereenkomst goedgekeurd, waarmee de weg vrij was voor de verkoop van de onroerende zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE
Nr. 80685 KG RK 02-777
B E S C H I K K I N G
ex artikel 3:268 lid 2 BW
Beschikking van de (fungerend) president van de rechtbank op het aangehechte (op 1 november 2002 ter griffie ingekomen) verzoekschrift van:
1. de naamloze vennootschap RABOHYPOTHEEKBANK N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Utrecht;
2. de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK ALMERE U.A., statutair gevestigd en kantoorhoudende te Almere;
3. de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK EEMNES U.A., statutair gevestigd en kantoorhoudende te Eemnes; en
4. de coöperatie COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BOERENLEENBANK B.A. (Rabobank Nederland), statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Utrecht,
hierna tezamen te noemen: verzoekster, procureur mr. R.K.E. Buysrogge, advocaat mr. J. van Papenrecht te Amsterdam, strekkende tot het verkrijgen van de ingevolge artikel 3:268 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) vereiste goedkeuring van de bij het verzoekschrift overgelegde overeenkomst tot onderhandse verkoop van de onroerende zaak, zijnde een perceel grond gelegen in het Weteringpark West in Almere, met het daarop in aanbouw zijnde kasteelcomplex en de zich daarin/daarop bevindende infrastructurele werken, plaatselijk bekend als "Kasteel Hotel Almere", uitmakende een ter plaatse kennelijk aangeduid gedeelte ter grootte van ongeveer 25 hectare, 43 are en 15 centiare, of ter zodanige juiste grootte als na opmeting vanwege het Kadaster zal blijken, van het kadastrale perceel gemeente Almere, sectie C, nummer 819, en welke onroerende zaak in eigendom toebehoort aan:
- de besloten vennootschap O.G. EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ KASTEEL "ALMERE" B.V., statutair gevestigd te Almere, kantoorhoudende te Eemnes (hierna te noemen: gerekwestreerde).
Mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 december 2002. Verschenen zijn:
- de heer J.H. van Winkel, de heer J.C.M. de Jong, mevrouw A.E.M. van Wijk, allen namens verzoekster, bijgestaan door mr. G.H.J. Heutink;
- de heer T. Blom, de heer K. Kooij, de heer E.H. Constant, allen namens gerekwestreerde, bijgestaan door mr. J.L.M. Fruytier;
- de heer H. Hanssen, de heer Huizenga, de heer Th. Sterkman, de heer Ravers en de heer Eldering, allen namens de Gemeente Almere, bijgestaan door mr. P.E. van der Wiel;
- de heer Th.J. Hendriks, namens De Boer Baarn B.V.;
- de heer F.J. Merk;
- de heer G. Hendriks.
Zowel gerekwestreerde als de Gemeente Almere heeft zich verzet tegen de goedkeuring van de door verzoekster overgelegde overeenkomst, waarbij voornoemde onroerende zaak onderhands is verkocht voor een bedrag van € 11.126.500,-- (inclusief btw).
Namens gerekwestreerde heeft mr. Fruytier aangevoerd dat gerekwestreerde zelf een koper heeft die een bod heeft gedaan ten bedrage van € 11.150.000,-- (inclusief btw). Als deze koop kan worden verwezenlijkt kan gerekwestreerde het project afbouwen en exploiteren; hier heeft zij belang bij. De bieder daarentegen heeft niet het voornemen het hotel af te wikkelen, maar wil verkopen.
Namens verzoekster heeft mr. Heutink aangevoerd dat het onderhavige project zeer complex is met veel belangen. Bij verkoop op de veiling is het voor een eventuele bieder moeilijk om transparantie ten aanzien van het project te krijgen, waardoor de veilingopbrengst lager zal zijn dan het thans voorliggende bod. Verzoekster staat wel open voor het bod dat gerekwestreerde thans voorlegt, mits er een bankgarantie van 10% van het bod kan worden gegeven.
Namens de Gemeente Almere heeft mr. Van der Wiel aangevoerd dat de Gemeente Almere het kasteel graag gerealiseerd wil zien en dat zij hierin het meeste vertrouwen heeft als gerekwestreerde het project afmaakt. Er zal geen bestemmingsplanwijziging komen om op het perceel iets anders te realiseren dan het kasteel.
In overleg met partijen en belanghebbenden wordt de zitting aangehouden tot 18 december 2002 teneinde gelegenheid tot beraad te geven.
Bij faxbericht van 18 december 2002 heeft mr. Fruytier namens gerekwestreerde bericht zich niet langer te verzetten tegen het thans voorliggende bod. Mr. Van der Wiel heeft daaropvolgend namens de Gemeente Almere bij faxbericht van 18 december 2002 aangegeven tevens geen bezwaar meer te hebben tegen het bod.
De (fungerend) president overweegt derhalve als volgt:
Het voorgaande in aanmerking genomen en gelet op de inhoud van de overgelegde stukken is aannemelijk dat bij veiling geen hogere opbrengst verkregen zal worden dan bij de door verzoekster thans beoogde onderhandse verkoop. Ook overigens staat niets aan toewijzing van het verzoek in de weg.
Derhalve dient als volgt te worden beslist.
Beslissing:
De (fungerend) president:
keurt de bij het onderhavige verzoek overgelegde en aan deze beschikking gehechte koopovereenkomst d.d. 31 oktober 2002 goed;
Gegeven op 19 december 2002 door mr. Th.A. Ariëns, fungerend president, in tegenwoordigheid van de griffier.