ECLI:NL:RBZWO:2003:AF5926
Rechtbank Zwolle
- Hoger beroep
- C.A.M. Heeregrave
- H.J. Buijsman
- G.E.A. Neppelenbroek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake overtreding van de Leerplichtwet 1969
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter te Zwolle, waarbij de verdachte werd veroordeeld voor het overtreden van de Leerplichtwet 1969. De verdachte had een geldboete van ƒ 2.000,-- opgelegd gekregen, subsidiair 35 dagen hechtenis, waarvan ƒ 1.000,-- voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een schriftelijk vonnis was gewezen op 6 februari 2001, en dat de verdachte tijdig hoger beroep heeft ingesteld. De tenlastelegging betreft de verplichting van de verdachte om ervoor te zorgen dat zijn jongere als leerling van een school is ingeschreven en deze school geregeld bezoekt.
De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij en zijn gezin religieuze en levensbeschouwelijke opvattingen hebben die afwijken van de richting van de school waar zijn zoon was ingeschreven. De rechtbank oordeelt dat de verdachte vrijgesteld is van de verplichting van artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtwet 1969, omdat hij overwegende bedenkingen heeft tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van zijn woning gelegen scholen.
De rechtbank vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van het meer of anders ten laste gelegde, omdat het niet wettig en overtuigend bewezen is. De rechtbank oordeelt dat de wederrechtelijkheid van het bewezenverklaarde feit ontbreekt, en ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van de Rechtbank Zwolle op 10 maart 2003.