ECLI:NL:RBZWO:2003:AF6138
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een particulier secretaris van de Koninklijke Familie
In deze zaak heeft de kantonrechter op 13 maart 2003 uitspraak gedaan over het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de verweerster, die als particulier secretaris werkzaam was voor de Koninklijke Familie. De verzoeker, handelend in zijn hoedanigheid als Thesaurier van Hare Majesteit de Koningin, heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden, met een aanbod van een billijke vergoeding van € 17.500,00. De verweerster heeft zich verzet tegen deze ontbinding en heeft zelf een ontbindingsvergoeding van € 222.372,00 geëist, met verschillende subsidiaire bedragen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verweerster, op dat moment 66 jaar oud, was sinds 1 april 1988 in dienst en had haar arbeidsovereenkomst in 2001 verlengd. In de zomer van 2002 werd zij gevraagd om een opvolgster te zoeken, wat zij deed. Echter, de verweerster uitte haar bezwaren pas in oktober 2002, toen de opvolgster al was benoemd. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst II een overeenkomst voor onbepaalde tijd was, met als uiterste einddatum het bereiken van de zeventigste verjaardag van de verweerster. De kantonrechter concludeerde dat de verzoeker onvoldoende zorgvuldigheid had betracht in de communicatie met de verweerster over haar opvolging en de beëindiging van haar dienstverband.
De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was, maar dat de verweerster recht had op een vergoeding van € 45.000,00 bruto, gezien de omstandigheden van de zaak. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De verzoeker kreeg de gelegenheid om zijn verzoek tot ontbinding in te trekken voor een bepaalde datum, anders zou de ontbinding per 31 maart 2003 ingaan.