ECLI:NL:RBZWO:2003:AF6423
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.F. de Vries
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 maart 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [Verzoekster] en [werknemer]. [Verzoekster], vertegenwoordigd door mr. E.M.A. Hindriks, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer], die werd bijgestaan door mr. B. van Dijk, op basis van gewichtige redenen, namelijk een reorganisatie als gevolg van bedrijfseconomische omstandigheden. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de feiten, waaronder de aanstelling van [werknemer] als inkoper en de voorgenomen wijzigingen in de organisatie van [Verzoekster].
De kantonrechter oordeelde dat [Verzoekster] voldoende aannemelijk had gemaakt dat er een bedrijfseconomische noodzaak was voor de aanpassing van de personeelsbezetting. De rechter concludeerde dat de functie van [werknemer] als inkoper niet langer noodzakelijk was door de voorgenomen veranderingen in de organisatie en de automatisering van processen. De kantonrechter vond het aannemelijk dat de werkzaamheden van [werknemer] aanzienlijk zouden verminderen, waardoor zijn functie zou vervallen.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 31 maart 2003 en een vergoeding van € 11.235,-- bruto aan [werknemer] toegekend, conform de kantonrechtersformule. De rechter oordeelde dat de aangeboden vergoeding door [Verzoekster] niet in overeenstemming was met de gebruikelijke normen, maar dat het billijk was om [werknemer] een vergoeding toe te kennen die recht deed aan zijn situatie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.