ECLI:NL:RBZWO:2003:AF8785
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van een taxichauffeur na gewelddadig incident en herhaaldelijke tekortkomingen in de administratie
In deze zaak gaat het om de vraag of het ontslag op staande voet van [eiser], een taxichauffeur, door [gedaagde], zijn werkgever, terecht is gegeven. [Eiser] werd op 20 februari 2002 op staande voet ontslagen na een gewelddadig incident op 18 februari 2002, waarbij hij betrokken zou zijn geweest. [Eiser] betwistte de beschuldigingen en stelde dat hij het incident wel had gemeld aan de dienstdoende centralist. Daarnaast voerde hij aan dat hij door technische problemen met de afstortapparatuur en zijn onregelmatige diensten niet tijdig de rittenstaten en gelden had ingeleverd. Hij vorderde een gefixeerde schadevergoeding van € 1.921,03, het loon dat hij tot het einde van de arbeidsovereenkomst had kunnen verdienen.
[gedaagde] verdedigde het ontslag door te stellen dat [eiser] na het incident en eerdere waarschuwingen niet meer kon blijven werken. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet voldoende bewijs had geleverd voor de beschuldigingen aan het adres van [eiser]. De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet niet terecht was, omdat [gedaagde] niet had aangetoond dat [eiser] het incident niet had gemeld. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat [eiser] zich niet aan de administratieve verplichtingen had gehouden, ondanks eerdere waarschuwingen.
De kantonrechter wees de vordering van [eiser] af, omdat het ontslag op staande voet geacht werd terecht te zijn gegeven op basis van de herhaaldelijke tekortkomingen van [eiser] in zijn functioneren en de administratieve verplichtingen. [Eiser] werd veroordeeld in de kosten van de procedure.