ECLI:NL:RBZWO:2003:AF9171

Rechtbank Zwolle

Datum uitspraak
28 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
188989 CV 02-8183
Instantie
Rechtbank Zwolle
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van een vonnis wegens bedrog in een huurovereenkomst

In deze zaak heeft de eiser, [eiserser], verzocht om ontheffing van een eerdere veroordeling die was uitgesproken door de kantonrechter te Lelystad op 27 september 2000. Deze veroordeling betrof een huurovereenkomst met [gedaagde], waarbij [eiserser] was veroordeeld tot betaling van huurachterstand. De eiser stelde dat hij pas in oktober 2002 op de hoogte was geraakt van bedrog aan de zijde van [gedaagde], die had beweerd dat [eiserser] een huurovereenkomst had gesloten, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval zou zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser in zijn brief van 3 september 2002 al kennis had genomen van de feiten die hij nu als nieuw aanvoert. Hierdoor was de termijn voor het indienen van een herroepingsverzoek al verstreken. De kantonrechter oordeelde dat de eiser niet ontvankelijk was in zijn verzoek tot herroeping, omdat hij niet tijdig had gehandeld. Bovendien werd overwogen dat er geen sprake was van bedrog, aangezien de eerdere uitspraak was gebaseerd op het niet weersproken gebruik van de bedrijfsruimte door [eiserser]. De vordering tot herroeping werd afgewezen, en de eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

R E C H T B A N K Z W O L L E
sector kanton - locatie Lelystad
Zaaknr.: 188989 CV 02-8183
datum : 28 mei 2003
Vonnis in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, nader te noemen [eiserser],
gemachtigde: mr. J.C.F. Kooijmans, advocaat te Zwolle,
tegen
[gedaagde],
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij, nader te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. R.F. Beijne, advocaat te Amsterdam.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 6 december 2002 van [eiserser],
- het antwoord van [gedaagde],
- de repliek van [eiserser],
- de dupliek van [gedaagde].
Het geschil
1.
[eiserser] heeft gevorderd om hem te ontheffen van de veroordeling uitgesproken bij vonnis van de kantonrechter te Lelystad van 27 september 2000 (rolnr. 128780 CV 00-4037) met veroordeling in de kosten van de procedure.
2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
De beoordeling
3.
Tussen partijen staat als gesteld en niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onweersproken inhoud van de overgelegde bescheiden het volgende vast.
3.1
Bij brief van 16 juni 1999, gericht aan Check it Out Wholesale, t.a.v. dhr. X, heeft [gedaagde] aan [eiserser] onder meer toegezonden een huurovereenkomst betreffende de bedrijfsruimte aan de Markerkant 1205.09 te Almere. Deze huurovereenkomst vermeldt als huurder Check it Out Wholesale, gevestigd te Steenwijkerdiep 67-69, 8331 LP Steenwijk, ingeschreven in het Handelsregister voor de regio Zwolle onder dossiernummer 5060709, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. X.
3.2
[gedaagde] heeft bij dagvaarding van 22 juni 2000 ontbinding van de huurovereenkomst met [eiserser] gevorderd met betrekking tot de hiervoor genoemde bedrijfsruimte, met veroordeling van [eiserser] tot betaling van fl. 32.322,58 aan huurachterstand, vermeerderd met rente en kosten. [eiserser] was gedagvaard h.o.d.n. Check It Out Wholesale, in zijn hoedanigheid van rechtsopvolger van de besloten vennootschap Erli Vastgoed B.V. .
3.3
Bij vonnis van de kantonrechter te Lelystad d.d. 27 september 2000 is de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het perceel ontbonden en is [eiserser] veroordeeld fl. 34.741,78 wegens huurachterstand aan [gedaagde] te betalen, te vermeerderen met rente en kosten. De kantonrechter heeft het verweer van [eiserser], inhoudend dat hij geen huurovereenkomst heeft met [gedaagde], verworpen. Daartoe is onder meer overwogen dat [eiserser] het gebruik van de bedrijfsruimte niet had weersproken en dat, nu op grond van de eigen stellingen van [eiserser] moest worden aangenomen dat deze bedrijfsruimte hem tegen een bepaalde prijs in huur was aangeboden, [eiserser] door de ingebruikname het pand tegen die prijs was gaan huren. [eiserser] heeft geen hoger beroep ingesteld. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan.
3.4
Bij brief van 3 september 2002 heeft [eiserser] onder meer aan [gedaagde] meegedeeld dat hij tot de volgende conclusie gekomen was: "Blijkens de stukken heeft u het bedoelde object verhuurd aan en heeft u gehandeld met een derde rechtspersoon, de formeel buitenlandse vennootschap Amazon Management Ltd ingeschreven bij de K.V.K. onder nummer 57974 vertegenwoordigd door Y."
3.5
[gedaagde] heeft [eiserser] op 12 september 2002 een brief doen toekomen van (de directeur van) Erli Advies aan [gedaagde] d.d. 3 februari 1999 met daarop namens [gedaagde] een handgeschreven notitie. De handgeschreven notitie luidt: "vrijdag 5 februari 1999 telefonisch contact opgenomen met dhr. Y. Weet in de loop van volgende week of hij daadwerkelijk de ruimte gaat overnemen".
3.6
In een schriftelijke verklaring van 28 oktober 2002 deelt Y: "Bij deze verklaar ik Y in mijn hoedanigheid als volledig gevolmachtigde van Amazon Management Limited als formeel buitenlandse vennootschap handelend onder de naam Check it Out en ingeschreven bij de kamer van koophandel te Zwolle onder nr 57974 met ERLI VASTGOED B.V. en [gedaagde] B.V. een overeenkomst tot overname van de lopende huur betreffende het object gelegen aan de Markerkant 1205-09 1314 AJ Almere te hebben afgesloten. Op grond hiervan is aan Amazon Management Ltd. handelend onder de naam Check it Out het genot over het gehuurde verleend en is na de sleutel uitreiking direct de nevenvestiging op dit adres bij de K.V.K. te Zwolle ingeschreven. In mijn hoedanigheid van volledig gevolmachtigde van Amazon Management Ltd. heb ik bij alle mondelinge en of schriftelijke contacten te kennen gegeven dat ik handelde voor genoemd bedrijf vermeld bij de K.V.K. te Zwolle onder nr 57974, en is op eerste aanvraag een uittreksel der K.V.K. verstrekt aan [gedaagde] B.V. Er zijn geen derden bij deze huurovereenkomst betrokken geweest noch is aan derden bevoegdheid of huurgenot verleend door Amazon Management handelend onder de naam Check it Out".
4.
[eiserser] heeft gesteld dat hij tegen het op 27 september 2000 gewezen vonnis geen hoger beroep heeft aangetekend omdat hij pas omstreeks juni/juli 2002 voor het eerst kennis heeft genomen van dit vonnis. Hierna heeft hij op 28 oktober 2002 bevestigd gekregen dat ene Y (naar de kantonrechter begrijpt is dat zijn schoonzoon), volgens zijn zeggen gevolmachtigde van Amazon Management Ltd., als huurder van [gedaagde] moet worden aangemerkt. Uitgaande van de juistheid van deze verklaring moet het gewezen vonnis worden herroepen. Dit berust immers op bedrog van [gedaagde] in dat geding gepleegd. Het bedrog bestaat hierin dat [gedaagde] in bedoeld geding in strijd met de waarheid heeft aangevoerd dat [eiserser] een huurovereenkomst had gesloten, althans het gehuurde in gebruik had. [eiserser] is door de verklaring van De Vries pas op 28 oktober 2002 met het door [gedaagde] gepleegde bedrog bekend geworden. De advocaat van [gedaagde] heeft op 12 september 2002 de brief van 3 februari 1999 aan [eiserser] gestuurd. Uit dit stuk, doch met name uit de handgeschreven notitie, blijkt dat [gedaagde] op 5 februari 1999 contact heeft opgenomen met Y en dat deze aan [gedaagde] zou laten weten of hij het gehuurde al dan niet zou gaan overnemen. Volgens [eiserser] vormt dit een belangrijke aanwijzing dat [gedaagde] ermee bekend was, althans kon vermoeden dat Y, al dan niet als vertegenwoordiger van Amazon, de huurovereenkomst van Erli Advies zou overnemen. [eiserser] meent dat de kantonrechter de vordering van [gedaagde] zou hebben afgewezen, indien de kantonrechter dit stuk met deze aantekening, al dan niet met de verklaring van Y, in handen zou hebben gekregen.
5.
[gedaagde] heeft tegen de vordering aangevoerd dat de in artikel 383 Rv. genoemde termijnen voor herroeping op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding waren verstreken, zodat [eiserser] om die reden niet ontvankelijk verklaard dient te worden. Gelet op de brief van [eiserser] d.d. 3 september 2002 is er ook geen sprake van enig nieuw feit, dan wel van stukken die eerder door [gedaagde] zijn overgelegd, en die vals blijken te zijn en evenmin van stukken van beslissende aard die [eiserser] pas na het vonnis in handen heeft gekregen en die door toedoen van [gedaagde] zouden zijn achtergehouden.
6.
Ingevolge het bepaalde in artikel 383 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) dient het rechtsmiddel van herroeping te worden aangewend binnen drie maanden nadat de grond voor de herroeping is ontstaan en [eiserser] daarmee bekend was geworden en nadat het vonnis van 27 september 2000 in kracht van gewijsde is gegaan. [eiserser] heeft uitdrukkelijk gesteld dat hij pas op 28 oktober 2002 met de door hem gestelde grond tot herroeping, namelijk bedrog aan de zijde van [gedaagde], bekend is geworden door de verklaring van Y. Dit bedrog zou eruit bestaan hebben dat [gedaagde] heeft verzwegen dat zij de bedrijfsruimte aan Amazon Management Ltd., vertegenwoordigd door Y, had verhuurd en niet aan [eiserser]. De kantonrechter is echter met [gedaagde] van oordeel dat uit de brief van [eiserser] d.d. 3 september 2002 moet worden afgeleid dat dit hem toen al bekend was, omdat hij in deze brief het standpunt dat De Vries bij zijn verklaring heeft ingenomen, zelf al huldigde. De termijn voor het aanwenden van het rechtsmiddel is dan ook in ieder geval aangevangen op 3 september 2002. [gedaagde] is op 6 december 2002 gedagvaard en mitsdien is het rechtsmiddel niet tijdig aangewend. Hierdoor dient [eiserser] niet ontvankelijk te worden verklaard.
7.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat de door de [eiserser] aangevoerde grond ook niet tot herroeping had kunnen leiden, omdat er geen sprake is geweest van bedrog aan de zijde van [gedaagde]. In het vonnis van de kantonrechter d.d. 27 september 2000 is de belangrijkste overweging geweest, de vaststelling van het huurderschap van [eiserser], gebaseerd op zijn niet weersproken gebruik van de bedrijfsruimte. Uit hetgeen in de onderhavige procedure door [eiserser] is gesteld, is niet gebleken dat deze overweging een onjuiste constatering is geweest.
Door na te laten de brief van 3 februari 1999 voorzien van de handgeschreven aantekening in de eerdere procedure te overleggen, heeft [gedaagde] geen bedrog gepleegd. Uit de handgeschreven aantekening blijkt immers niet meer dan dat er met De Vries op 5 februari 1999 contact is geweest met betrekking tot het overnemen van de huur en niet dat hier daadwerkelijk sprake van is geweest. Uit de door [gedaagde] in de vorige procedure wel overgelegde versie van de brief van 3 februari 1999, zonder de handgeschreven aantekening, blijkt immers dat De Vries namens Check it Out, het bedrijf van [eiserser], om een huurcontract heeft verzocht. Uit de brief van 10 mei 1999 die door [gedaagde] in de vorige procedure eveneens in het geding is gebracht, volgt dat De Vries opnieuw namens Check it Out om een huurcontract heeft verzocht. Tot een contractsovername door De Vries is het dus nooit gekomen. De verklaring van 28 oktober 2002 is dan ook weinig geloofwaardig.
8.
De slotsom van het voorgaande moet zijn dat de vordering tot herroeping dient te worden afgewezen, met veroordeling van [eiserser] in de kosten van de procedure.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eiserser] af;
- veroordeeld [eiserser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 750,00 voor salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. M.E.L. Fikkers, kanonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.