ECLI:NL:RBZWO:2003:AF9173
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een oudere werknemer wegens disfunctioneren en vertrouwensbreuk
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle op 28 mei 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een 69-jarige schoonmaakster, hierna aangeduid als '[verzoeker]', met de besloten vennootschap '[verweerder]'. De verzoeker had een arbeidsovereenkomst met [verweerder] sinds 15 januari 1988 en werkte 17,5 uur per week. De werkgever had op 25 maart 2002 aangegeven de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen, wat leidde tot een verzoek van de werknemer om ontbinding van de overeenkomst op basis van een vertrouwensbreuk en een vergoeding van € 13.280,-- netto. De werkgever betwistte de vertrouwensbreuk en stelde dat er geen recht op vergoeding bestond, gezien de goede samenwerking en de leeftijd van de werknemer.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever het recht heeft om het functioneren van werknemers te beoordelen en dat de leeftijd van de werknemer een relevante factor is in deze beoordeling. De rechter oordeelde dat de werkgever voldoende objectieve rechtvaardigingsgronden had om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, gezien de leeftijd van de werknemer en de veronderstelde afname van haar lichamelijke krachten. De kantonrechter concludeerde dat er geen vertrouwensbreuk was en dat de werkgever geen verwijt kon worden gemaakt voor het nastreven van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten de arbeidsovereenkomst per 15 juni 2003 te ontbinden zonder toekenning van een vergoeding. De verzoeker kreeg de gelegenheid om het verzoek in te trekken, anders zou zij de proceskosten moeten dragen. De uitspraak benadrukt de rol van leeftijd en functioneren in arbeidsrelaties en de verantwoordelijkheden van werkgevers in dit kader.