ECLI:NL:RBZWO:2003:AH8734
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.A.M. Heeregrave
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige binnentreding en bewijsverkrijging in hennepkwekerijzaak
In deze zaak, behandeld door de Politierechter van de Rechtbank Zwolle, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek met betrekking tot een hennepkwekerij. De zaak kwam voor de rechter na een reeks van zittingen, waarbij de verdachte op 12 juni 2003 aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman, mr. Maarsingh. De officier van justitie, mr. Speijers, eiste een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. De politierechter heeft in zijn uitspraak op 26 juni 2003 de onrechtmatigheid van de binnentreding door de politie beoordeeld. De hulpofficier van justitie, Janssen, had de opsporingsambtenaren gemachtigd om de woning van de verdachte te betreden, maar dit bleek in strijd met de wetgeving, aangezien hij zichzelf had gemachtigd zonder dat er een andere hulpofficier aanwezig was om de machtiging te verlenen. Dit leidde tot de conclusie dat de binnentreding onrechtmatig was, maar de politierechter oordeelde dat dit niet automatisch leidde tot bewijsuitsluiting, omdat de betrouwbaarheid van het aangetroffen bewijs niet in twijfel werd getrokken.
De politierechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de beschuldigingen, met inbegrip van thermische opnamen die een hennepplantage in de woning van de verdachte aantoonde. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlasteleggingen, maar werd vrijgesproken van andere beschuldigingen die niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. Uiteindelijk werd aan de verdachte een taakstraf van 80 uren opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, waarbij de straf niet ten uitvoer zou worden gelegd tenzij de verdachte zich opnieuw schuldig maakte aan een strafbaar feit binnen die periode.