ECLI:NL:RBZWO:2003:AH9100
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.O.M. van Aerde
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van huurtermijnen en ontbinding huurovereenkomst door woningbouwvereniging
In deze zaak vorderde de Woningbouwvereniging Door Eendracht Sterk (DES) betaling van een groot aantal huurtermijnen, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De gedaagde partij verweerde zich door te stellen dat er geen huurovereenkomst bestond, waardoor alle vorderingen die hierop gebaseerd waren, afgewezen dienden te worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde al jaren een standplaats voor een woonwagen in gebruik had, maar geen vergoeding betaalde voor dit gebruik.
DES stelde dat de gedaagde de standplaats op basis van een huurovereenkomst in gebruik had, verwijzend naar wijzigingen in de Woonwagenwet en de Huisvestingswet. DES voerde aan dat de standplaats als woonruimte was aangemerkt. De kantonrechter wees echter op een eerdere uitspraak waarin was vastgesteld dat er geen huurovereenkomst bestond tussen de gedaagde en de gemeente. De kantonrechter concludeerde dat DES niet had aangetoond dat er een huurovereenkomst was ontstaan.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van DES in al haar onderdelen uitging van het bestaan van een huurovereenkomst, wat niet was aangetoond. De vordering werd dan ook afgewezen. DES werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde waren begroot op € 450,- voor het salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken in de openbare terechtzitting van 17 juni 2003, waarbij de kantonrechter de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.