ECLI:NL:RBZWO:2003:AH9182
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een psychiater wegens verstoorde verhoudingen met de Raad van Toezicht
In deze zaak verzoekt de werkgeefster, een zorginstelling, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, een psychiater, vanwege gewijzigde omstandigheden. De werknemer, die sinds 1982 in dienst is, heeft zich sinds januari 2003 arbeidsongeschikt gemeld en stelt dat de relatie met de Raad van Toezicht onherstelbaar verstoord is. De werkgeefster stelt dat de werknemer tunnelvisie heeft en dat de verstoorde verhouding het gevolg is van zijn gedrag. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 16 juni 2003 gehouden en de zaak is behandeld binnen de wettelijke termijn van vier weken na indiening van het verzoekschrift op 22 mei 2003.
De kantonrechter oordeelt dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst onontkoombaar is, gezien de verstoorde verhouding tussen de werknemer en de Raad van Toezicht. De rechter wijst erop dat het niet aan de werknemer is om de samenstelling van de Raad van Toezicht te bepalen. De werkgeefster heeft een vergoeding aangeboden, maar de werknemer maakt aanspraak op een hogere vergoeding op basis van de kantonrechtersformule. De kantonrechter oordeelt dat de aangeboden vergoeding, die bestaat uit een bedrag ineens of de geldende wachtgeldregeling met aanvullende garanties, adequaat is.
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2003 en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De werknemer dient binnen drie weken na de beschikking zijn keuze voor de vergoeding schriftelijk kenbaar te maken. De rechter benadrukt dat er geen component voor immateriële schade in de vergoeding is opgenomen, en dat de werknemer deze schade in een andere procedure kan vorderen.