ECLI:NL:RBZWO:2003:AI1598
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van contractuele boetes door de KNVB wegens wangedrag van een seizoenskaarthouder
In deze zaak vorderde de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) betaling van contractuele boetes van een seizoenskaarthouder, hierna aangeduid als [gedaagde], wegens wangedrag tijdens voetbalwedstrijden. De vorderingen waren gebaseerd op overtredingen van de standaardvoorwaarden die van toepassing zijn op de toegangskaarten en seizoenskaarten. De KNVB stelde dat [gedaagde] zich schuldig had gemaakt aan respectievelijk afkeurenswaardig gedrag en het beklimmen van de spelerstunnel tijdens de wedstrijden op 26 april 2002 en 3 februari 2002. Hierdoor had hij twee keer een boete van € 450,-- verbeurd en was hij ook stadionverboden van 12 maanden opgelegd. Ondanks aanmaningen had [gedaagde] nagelaten de boetes te betalen, wat leidde tot de vordering van de KNVB om deze bedragen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, te vorderen.
De kantonrechter oordeelde dat de standaardvoorwaarden, die bij de aankoop van de toegangskaarten van toepassing waren verklaard, ook geldig waren in de rechtsverhouding tussen de KNVB en [gedaagde]. Het verweer van [gedaagde] dat hij niet op de hoogte was van deze voorwaarden, werd verworpen op basis van artikel 6:232 BW, dat bepaalt dat ook zonder kennis van de voorwaarden gebondenheid bestaat. De KNVB had de relevante standaardvoorwaarden overgelegd, waaruit bleek dat overtredingen zoals die van [gedaagde] inderdaad boetes met zich meebrachten. De kantonrechter wees de vorderingen van de KNVB toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, en veroordeelde [gedaagde] in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.