ECLI:NL:RBZWO:2003:AK4407
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de gevolgen voor de arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle op 2 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] en de besloten vennootschap ERICA BETON B.V., h.o.d.n. Betonson. De eiser, [X], had een vordering ingesteld tegen zijn werkgever, Betonson, met betrekking tot het loon over de periode van 19 november 2002 tot en met 2 maart 2003, na een ontslag op staande voet dat hem op 18 november 2002 was gegeven. Betonson had het ontslag gerechtvaardigd door te stellen dat [X] zich tijdens een personeelsfeest op 16 november 2002 op zeer grove wijze had misdragen, wat leidde tot een dringende reden voor ontslag.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedragingen van [X] tijdens het feest, waaronder excessief drankgebruik en ongepast gedrag, als ernstig wangedrag kunnen worden aangemerkt. De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven, omdat de gedragingen van [X] het vertrouwen van Betonson in hem onherstelbaar hadden geschaad. De kantonrechter heeft de vorderingen van [X] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten.
In reconventie had Betonson ook een vordering ingesteld, waarin zij verzocht om schadevergoeding van [X] op basis van de gefixeerde schadeloosstelling. Deze vordering werd eveneens afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat het onaanvaardbaar zou zijn om [X] te verplichten tot schadevergoeding onder de gegeven omstandigheden. De rechter benadrukte dat aan een ontslag op staande voet hoge eisen worden gesteld en dat de werkgever in dit geval aan die eisen had voldaan.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers tijdens sociale evenementen en de gevolgen van wangedrag voor de arbeidsrelatie. De kantonrechter heeft de zaak afgesloten met de veroordeling van beide partijen in de proceskosten, waarbij Betonson in de kosten van [X] werd veroordeeld in reconventie.