ECLI:NL:RBZWO:2003:AN8642
Rechtbank Zwolle
- Voorlopige voorziening
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake referendum voor stadionontwikkeling FC Zwolle
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle op 21 november 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een aantal belanghebbenden die niet ontvankelijk waren verklaard in hun bezwaar tegen de weigering van de Raad van de gemeente Zwolle om een referendum te houden over de plannen voor de realisatie van een nieuw stadion voor de voetbalclub FC Zwolle. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende sprake was van een spoedeisend belang bij het verzoek om voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter merkte op dat de niet-ontvankelijkverklaring van de verzoekers lijkt te steunen op onjuiste gegevens, maar dat schorsing van het bestreden besluit hen niet in de positie zou brengen dat zij in beroep worden aangemerkt als iemand die opkomt tegen de inhoudelijke beslissing op bezwaar. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De rechter concludeerde dat er geen dringende noodzaak was om in afwachting van de behandeling van het beroep een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter gaf aan dat de ontwikkeling van de plannen voor het stadioncomplex, waarvan FC Zwolle de hoofdgebruiker zou zijn, niet zo urgent was dat het verzoek om een voorlopige voorziening inwilliging verdiende. De rechter stelde vast dat de betrokken partijen in de periode tot de zitting van de meervoudige kamer op 4 februari 2004 doorgingen met hun onderhandelingen en planontwikkeling, maar dat de financiële gevolgen daarvan niet zo groot waren dat ze een referendum in de weg zouden staan.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter zag geen aanleiding om een partij te veroordelen in de kosten van het geding. Tegen deze uitspraak stond geen hoger beroep open.