ECLI:NL:RBZWO:2004:AO4173
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.O.M. van Aerde
- W.J.M. Klein Langevelsloo
- J.W. Buning
- Rechtspraak.nl
Pachtkwestie over suikerquotum tussen de Staat der Nederlanden en gedaagden
In deze zaak, behandeld door de pachtkamer van de rechtbank Zwolle op 18 februari 2004, staat de vraag centraal of het suikerquotum dat verbonden is aan gepachte grond toebehoort aan de pachter of de landeigenaar. De eisende partij, de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. M.F. Abbekerk, vordert dat de gedaagden, beiden wonende te Emmeloord en vertegenwoordigd door mr. J.T.A.M. van Mierlo, het suikerquotum aan de Staat overdragen. De zaak is ontstaan na de beëindiging van een pachtcontract, waarbij de gedaagde de grond in eenmalige pacht ter beschikking heeft gesteld aan een derde partij zonder toestemming van de Staat. De Staat stelt dat de gedaagde in strijd heeft gehandeld met artikel 25 van de Pachtwet, dat vereist dat de afgaande pachter de bij de pachtgrond behorende basisreferentie polsuiker aan de verpachter overdragen. De gedaagden hebben betoogd dat de Staat zijn recht heeft verwerkt door het suikerquotum niet eerder aan de orde te stellen. De pachtkamer oordeelt dat de Staat terecht aanspraak maakt op het suikerquotum, aangezien de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen. De pachtkamer wijst de vordering van de Staat toe en veroordeelt de gedaagden tot betaling van een schadevergoeding van € 62.256, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagden worden ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van de pachter in relatie tot de verpachter en de gevolgen van wanprestatie.