ECLI:NL:RBZWO:2004:AO9060
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde na betalingsachterstand
In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door gemachtigde A.M.C. van den Bos, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur en schadevergoeding. De gedaagde, die in persoon procedeert, heeft erkend dat zij de huur over de maanden november en december 2003 niet heeft betaald, maar betwist dat de huur over augustus 2003 onbetaald is gebleven. Eiseres stelt dat er per 1 januari 2004 een huurachterstand van € 747,39 is ontstaan, die betrekking heeft op de maanden augustus, november en december 2003.
Tijdens de rolzitting van 22 januari 2004 is gedaagde niet verschenen en heeft zij geen uitstel aangevraagd. Na deze zitting heeft gedaagde via haar gemachtigde laten weten dat zij het betalingsbewijs voor de huur over augustus 2003 had gevonden, maar dat zij door privé-problemen niet in staat was om op de rolzitting te verschijnen. De kantonrechter overweegt dat, indien het bewijs van betaling van de huur over augustus 2003 inderdaad aanwezig is, er sprake is van een huurschuld van minder dan drie maanden. Dit zou volgens de gebruikelijke beoordeling in het kanton onvoldoende zijn om de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming toe te wijzen.
De kantonrechter heeft besloten de zaak te verwijzen naar de rol van 4 maart 2004, peremptoir, voor nader antwoord van gedaagde, waarbij zij het bewijs van betaling van de huur over augustus 2003 moet overleggen. Eiseres krijgt de gelegenheid om hierop te repliceren. De beslissing van de kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan, in afwachting van de uitkomst van de volgende zitting.