ECLI:NL:RBZWO:2004:AO9823
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van effectenlease-overeenkomst naar kantonrechter in Dexia-zaak
In deze zaak, die is aangespannen door Dexia Bank Nederland N.V. tegen een gedaagde, betreft het een effectenlease-overeenkomst die door Dexia is gesloten. De rechtbank Zwolle heeft op 28 april 2004 uitspraak gedaan in deze kwestie. De zaak is aanhangig gemaakt op 6 oktober 2003 en aanvankelijk is er op 19 november 2003 verstek verleend tegen de gedaagde. Na het stellen van een procureur door de gedaagde op 10 december 2003, heeft deze zich op 28 januari 2004 onttrokken aan verdere behandeling van de zaak. Dexia heeft vervolgens verzocht om vonnis op basis van het griffiedossier.
De vordering van Dexia strekt tot betaling van een bedrag van € 7.484,98, vermeerderd met rente, en de rechtbank heeft zich moeten buigen over de vraag of de effectenlease-overeenkomst kan worden gekwalificeerd als huurkoop. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een eigendomsoverdracht die beoogd is door partijen, en dat de effecten zijn afgeleverd door bijschrijving op naam van de gedaagde in de administratie van de bank. Dit leidt tot de conclusie dat de effectenlease-overeenkomst kan worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW.
De rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar de sector kanton, omdat de aard van de overeenkomst en de bijbehorende rechtsvragen daar beter behandeld kunnen worden. De rolzittingen van de kantonrechter vinden wekelijks plaats, en partijen zijn in de gelegenheid om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.