ECLI:NL:RBZWO:2004:AO9827
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurkoop kwalificatie van effectenlease-overeenkomst tussen Dexia en [X]
In deze zaak, die op 28 april 2004 door de Rechtbank Zwolle is behandeld, staat de kwalificatie van een effectenlease-overeenkomst tussen Dexia Bank Nederland N.V. en [X] centraal. De eiser, Dexia, vorderde betaling van een bedrag van EURO 14.571,92, vermeerderd met wettelijke rente, van gedaagde [X]. [X] heeft in zijn verweer een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen, stellende dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als huurkoop, waardoor de kantonrechter bevoegd zou zijn. De rechtbank heeft de zaak in eerste instantie als een civiele procedure behandeld, waarbij de vraag centraal stond of de effectenlease-overeenkomst als huurkoop kon worden gekwalificeerd op basis van artikel 7A:1576 BW.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Dexia en [X] voldoet aan de kenmerken van huurkoop. Dit is gebaseerd op de betaling in termijnen, de aflevering van de effecten door bijschrijving op naam van [X] in de administratie van Dexia, en de intentie van partijen om eigendomsoverdracht te bewerkstelligen. Dexia betwistte de kwalificatie als huurkoop en stelde dat de overeenkomst niet voldeed aan de vereisten van koop op afbetaling. De rechtbank verwierp deze stelling en concludeerde dat de effectenlease-overeenkomst inderdaad als huurkoop kan worden gekwalificeerd.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de zaak op grond van artikel 93 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) door de kantonrechter dient te worden behandeld. De zaak werd verwezen naar de sector kanton van de rechtbank Zwolle, waarbij de rolzittingen op donderdag om 10.15 uur plaatsvinden. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug in het openbaar op 28 april 2004.