ECLI:NL:RBZWO:2004:AP1387
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening na echtscheiding met uitsluiting van vermogensrechtelijke gemeenschap
In deze zaak, die op 2 juni 2004 door de Rechtbank Zwolle is behandeld, gaat het om de verrekening van vermogensbestanddelen na een echtscheiding tussen twee partijen die onder huwelijkse voorwaarden waren getrouwd. De vrouw, eiseres in conventie, vorderde onder andere dat de man, gedaagde in conventie, zijn medewerking zou verlenen aan de uitvoering van het verrekenbeding zoals opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de verrekening van de vermogensbestanddelen diende te geschieden conform de huwelijkse voorwaarden, waarbij de maatstaf van redelijkheid en billijkheid in acht moest worden genomen. De rechtbank stelde dat de peildatum voor de waardering van de vermogensbestanddelen de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking was, en dat de waarde van de vermogensbestanddelen door deskundigen moest worden vastgesteld.
De rechtbank behandelde ook de vraag in hoeverre het aandeel van de man in de maatschap, waarin hij een agrarisch bedrijf uitoefende, in de verrekening moest worden betrokken. De vrouw stelde dat de fiscale waarde van het aandeel niet de juiste maatstaf was en dat de reële waarde moest worden gehanteerd. De rechtbank oordeelde dat de waarde van de echtelijke woning en andere vermogensbestanddelen ook in de verrekening moesten worden betrokken, mits deze uit overgespaard inkomen waren gefinancierd. De rechtbank besloot dat de man de vrouw een bedrag van EURO 1.096,64 moest vergoeden, dat hij ten onrechte als kinderbijslag had ontvangen, en dat de vordering van de vrouw op dit punt voor toewijzing gereed lag.
De rechtbank hield iedere beslissing aan en nodigde partijen uit voor een comparitie om verdere inlichtingen te geven en het verloop van de procedure te bespreken. De zaak werd opnieuw opgeroepen voor opgave van verhinderdata op 16 juni 2004.