Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Batau 15 t/m 17". Op grond van dit plan rust op het betrokken perceel de bestemming "woningen, eengezinshuizen (W)". Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de bij het bestemmingsplan behorende voorschriften zijn op de plankaart aldus aangewezen gronden bestemd voor eengezinshuizen met de daarbij behorende eventuele aanbouwen en bijgebouwen. Bij artikel 14 van de planvoorschriften is, voorzover hier van belang, het volgende bepaald:
1. Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken en gronden te gebruiken in strijd met de bestemming.
2. Onder zodanig gebruik is in elk geval begrepen:
a. het gebruik van de in het plangebied aanwezige gebouwen als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte.
3. Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing op:
a. het gedeeltelijk gebruik van een woning, als bedoeld in artikel 3 en 4 van deze voorschriften, ten behoeve van het gebruik als praktijkruimte door de bewoner, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning. Krachtens artikel 1, aanhef en onder 13, van deze voorschriften wordt verstaan onder praktijkruimte: een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte, gelegen in of aansluitend aan een woning voor de uitoefening van medische, paramedische en andere vrije beroepen en/of administratieve of daarmee gelijk te stellen beroepen.
Niet in geschil is, en ook de Afdeling gaat daarvan uit, dat een gedeelte van het pand voor prostitutie wordt gebruikt. Een zodanig gebruik is ingevolge artikel 14, tweede lid, van de planvoorschriften verboden, tenzij sprake is van gebruik door de bewoner als praktijkruimte. Verweerders staan blijkens het bestreden besluit op het standpunt dat hiervan sprake is, omdat prostitutie in hun ogen een vrij beroep is. In de bestemmingsplanvoorschriften is geen omschrijving van het begrip vrij beroep gegeven. In gangbaar taalgebruik worden onder meer een arts, tandarts, advocaat en notaris aangemerkt als beoefenaren van een vrij beroep. Gelet op het vorenoverwogene en in aanmerking genomen dat in artikel 1, aanhef en onder 13 als voorbeelden van vrije beroepen medische en paramedische beroepen zijn vermeld, kunnen naar het oordeel van de Afdeling activiteiten samenhangend met prostitutie niet worden beschouwd als uitoefening van een vrij beroep in de zin van de planvoorschriften. Dit brengt met zich dat de ruimte die in pand [naam] voor prostitutie wordt gebruikt, niet kan worden aangemerkt als praktijkruimte. Uit het vorenoverwogene volgt dat verweerders bij het bestreden besluit een onjuiste toepassing hebben gegeven aan artikel 14, derde lid, in samenhang met artikel 1, aanhef en onder 13, van de planvoorschriften. Dit besluit moet dan ook worden vernietigd op de grond genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen.