ECLI:NL:RVS:1999:AA4716
Raad van State
- Hoger beroep
- P.J. Boukema
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.H. Grosheide
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huursubsidie en nabetaling van loon
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Utrecht. De zaak betreft de vaststelling van de huurbijdrage voor de appellant A over het tijdvak van 1 juli 1993 tot 1 juli 1994. De Staatssecretaris had de huurbijdrage vastgesteld op een lager bedrag, waarbij hij rekening hield met een nabetaling van achterstallig loon die A in 1993 ontving. A verzocht om deze nabetaling buiten beschouwing te laten bij de vaststelling van de huurbijdrage, maar de Staatssecretaris wees dit verzoek af op basis van zijn beleid, dat alleen nabetalingen van overheden buiten beschouwing laat.
De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris geen objectieve rechtvaardiging had voor het onderscheid in behandeling tussen nabetalingen van overheidswege en particuliere nabetalingen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde dit oordeel en oordeelde dat het beleid van de Staatssecretaris in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De Afdeling oordeelde dat de behoefte aan een tegemoetkoming in de woonlasten voor beide groepen aanvragers gelijk is en dat het niet gerechtvaardigd is dat alleen fouten van de overheid geen gevolgen hebben voor de toepassing van de Wet individuele huursubsidie (Wih).
Het hoger beroep van de Staatssecretaris werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van A, die door een derde beroepsmatig rechtsbijstand had ontvangen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 15 november 1999.