ECLI:NL:RVS:2000:AA4963
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.E. van der Does
- F.P. Zwart
- A. Kosto
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren Sleedoorn-, Vuurdoorn-, Gaspeldoorn- en Boksdoornstraat te Leeuwarden tegen burgemeester en wethouders van Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren Sleedoorn-, Vuurdoorn-, Gaspeldoorn- en Boksdoornstraat te Leeuwarden tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 6 augustus 1999. De zaak betreft de intrekking van subsidie door burgemeester en wethouders van Leeuwarden, die eerder op 26 september 1991 was toegekend op basis van de Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing en de Regeling geldelijke steun voorzieningen huurwoningen 1987. De besluiten tot intrekking van de subsidie zijn genomen op 1 februari 1996, waarbij de betaalde bijdragen werden teruggevorderd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van 22 december 1997 ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 7 februari 2000 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel de appellante, vertegenwoordigd door mr. A.H. Lanting, als de burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. P.J. Achterhof, aanwezig. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank op goede gronden tot het juiste oordeel was gekomen. De voortdurende levering van onjuiste gegevens door de vertegenwoordiger van appellante speelde een cruciale rol in de beslissing. De Afdeling concludeerde dat burgemeester en wethouders in redelijkheid tot hun beslissingen hebben kunnen komen, ondanks de stelling van appellante dat zij niet in staat zou zijn om de ontvangen bijdragen terug te betalen.
Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de aangevallen uitspraak bevestigd. Er waren geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin door de voorzitter en leden van de Afdeling, en werd openbaar uitgesproken op 15 februari 2000.