ECLI:NL:RVS:2000:AA6745

Raad van State

Datum uitspraak
22 juni 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
199901243/1.
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. Korthals Altes
  • J.H. Grosheide
  • C.A. Terwee-van Hilten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwangsomaanschrijving tot herstel trapopgang na verbouwing zonder bouwvergunning

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de burgemeester en wethouders van Sneek tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden. De zaak betreft een dwangsomaanschrijving aan Aktiesport B.V. om de trapopgang in het pand aan de Oosterdijk 29 te Sneek te herstellen naar de toestand van voor de verbouwing. De appellanten hebben vastgesteld dat Aktiesport zonder bouwvergunning het trapportaal heeft verwijderd om extra ruimte te creëren voor de winkel op de begane grond. Dit heeft geleid tot een ingrijpende verandering van het gebouw, waardoor de woning op de eerste verdieping niet langer kon worden gebruikt. De Raad van State oordeelt dat de werkzaamheden als vergunningplichtig bouwen moeten worden aangemerkt volgens de Woningwet. De president van de rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat de appellanten niet bevoegd waren tot het opleggen van de dwangsoma. De Raad van State concludeert dat de appellanten zich terecht bevoegd hebben geacht om de dwangsoma op te leggen en verklaart het hoger beroep gegrond. De uitspraak van de president wordt vernietigd en het beroep van Aktiesport wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

Raad van State
199901243/1.
Datum uitspraak: 22 juni 2000
Rectificatie
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
burgemeester en wethouders van Sneek,
appellanten,
tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 28 mei 1999 in het geding tussen:
Aktiesport B.V., gevestigd te Gouda
en
appellanten.
1 Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 1998 hebben appellanten Aktiesport B.V.(hierna: Aktiesport) op straffe van een dwangsom aangeschreven in het pand Oosterdijk 29 te Sneek de trapopgang te herstellen in de toestand van voor de verbouwing van het pand.
Bij besluit van 31 maart 1999 hebben appellanten het hiertegen door Aktiesport gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 28 mei 1999, verzonden op 17 juni 1999, heeft de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden (hierna: de president) het door Aktiesport tegen dit besluit ingestelde beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd en het primaire besluit van 30 oktober 1998 geschorst. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 juli 1999, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 16 augustus 1999. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 20 september 1999 heeft Aktiesport van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 april 2000, waar appellanten, vertegenwoordigd door mr. R. Glas, advocaat te Leeuwarden, en A. Kuperus, ambtenaar der gemeente, en Aktiesport, vertegenwoordigd door mr. E.J.M. Le Large, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 40, eerste lid, van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning).
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet, voor zover hier van belang, wordt onder bouwen verstaan het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. Ingevolge dit artikellid, aanhef en onder b, wordt onder slopen verstaan het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan.
2.2. Appellanten klagen met recht dat de president heeft miskend dat zij op grond van artikel 40, eerste lid, van de Woningwet bevoegd waren tot de dwangsomaanschrijving. Aktiesport heeft zonder bouwvergunning het trapportaal, dat toegang bood tot de op de eerste étage gelegen woning, verwijderd om extra ruimte te creëren voor haar winkel op de begane grond van het betrokken gebouw. Daartoe zijn de trap en de wanden, die het trapportaal afscheidden van de winkel, weggebroken en de étagevloer en buitendeur dichtgemaakt. Door deze werkzaamheden, die erin hebben geresulteerd dat de woning niet langer kan worden gebruikt, is een verandering van ingrijpende aard van het gebouw gerealiseerd. Geoordeeld moet dan ook worden dat hier sprake was van vergunningplichtig bouwen in de zin van de Woningwet. Dat een gedeelte van de werkzaamheden ook als slopen in de zin van artikel 1, aanhef en onder b, zou zijn aan te merken, zoals de president heeft gedaan, doet aan dat oordeel niet af. Waar slopen geschiedt in het kader van het vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk is tevens sprake van bouwen. De conclusie is dat appellanten zich terecht bevoegd hebben geacht Aktiesport op grond van artikel 40, eerste lid, van de Woningwet onder het opleggen van een dwangsom aan te schrijven het trapportaal te herstellen.
2.3. Alleen in bijzondere gevallen kan van het bestuursorgaan worden verlangd dat het afziet van handhavend optreden tegen de illegale situatie. Van een bijzonder geval kan sprake zijn als legalisering in de rede ligt.
2.3.1. Aan het alsnog verlenen van een bouwvergunning staat artikel 75 van het Bouwbesluit in de weg, dat de aanwezigheid van een trap vereist. in artikel 76 worden nadere eisen gesteld aan de afmetingen van de trap. Het standpunt van burgemeester en wethouders, dat de door Aktiesport voorgedragen alternatieven voor het aanbrengen van een trap de strijdigheid met de genoemde bepalingen niet wegnemen, is juist. Daarbij hebben burgemeester en wethouders zich ook terecht op het standpunt gesteld dat medewerking aan een trap aan de buitenzijde van het pand afstuit op de bestemming, die ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Stadskern Plandeel 1 Noord" op de daarvoor benodigde grond rust.
2.3.2. De door Aktiesport gestelde omstandigheid dat het gehele pand door haar is gehuurd en dat zij de daarvan deel uitmakende woning niet wil gebruiken, doet er niet aan af dat burgemeester en wethouders niet behoefden te berusten in de met artikel 75 strijdige situatie. Temeer niet daar het beleid voor het betrokken kernwinkelgebied - zoals dat ook is verwoord in de Beschrijving in hoofdlijnen, die deel uitmaakt van het bestemmingsplan - erop is gericht wonen op de verdiepingen te bevorderen. Met dit uitgangspunt zou het in strijd zijn het ongeschikt voor bewoning maken van een woning ongemoeid te laten.
2.4. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep gegrond is. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van Aktiesport alsnog ongegrond verklaren.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep zijn geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 28 mei 1999, 99/459 GEMWT;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. E. Korthals Altes, Voorzitter, en mr. J.H. Grosheide en mr. C.A. Terwee-van Hilten, Leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Haan, ambtenaar van Staat.
w.g. Korthals Altes w.g. Haan
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 juni 2000
27.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,