ECLI:NL:RVS:2000:AA6841
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.H.B. van der Meer
- J.A.M. van Angeren
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing goedkeuring plan voor islamitische basisschool in Den Haag
In deze zaak heeft de Raad van State op 5 juni 2000 uitspraak gedaan over het beroep van de burgemeester en wethouders van Den Haag tegen de afwijzing van de goedkeuring van een plan voor een islamitische basisschool. Het plan, dat was ingediend door de raad van de gemeente Den Haag, betrof de oprichting van een basisschool met een stichtingsnorm van 333 leerlingen in het stadsdeel Laak, met als startdatum 1 augustus 2000. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen had op 19 november 1999 goedkeuring aan dit plan onthouden, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de school gedurende de vereiste periode van vijf jaar en daarna vijftien jaar het benodigde aantal leerlingen zou behalen.
De appellanten, vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente, voerden aan dat de prognoses aangaven dat de stichtingsnorm in de eerste vijf jaar wel gehaald zou worden, maar dat het aantal leerlingen daarna zou schommelen tussen 313 en 332. Ze stelden dat een weigering op basis van deze geringe afwijking een te rigide toepassing van de wet was. De Raad van State oordeelde echter dat de school niet voldeed aan de criteria van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en dat de Staatssecretaris terecht goedkeuring had onthouden. De Raad benadrukte dat de wet dwingend is en dat er geen ruimte is voor afwijkingen van de stichtingsnorm.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de Staatssecretaris. Er werden geen proceskosten vergoed, aangezien er geen termen voor waren. Deze uitspraak onderstreept de strikte toepassing van de wetgeving omtrent de oprichting van nieuwe scholen en de noodzaak om aan de stichtingsnormen te voldoen.