ECLI:NL:RVS:2000:AA8953
Raad van State
- Hoger beroep
- C. de Gooijer
- H.W. Groeneweg
- Rechtspraak.nl
Toetsing van bouwaanvraag aan bestemmingsplan en relevantie van naastgelegen perceel
In deze zaak gaat het om de toetsing van een bouwaanvraag aan het bestemmingsplan in de gemeente Tilburg. De burgemeester en wethouders van Tilburg hebben op 14 september 1998 een bouwvergunning verleend aan Z B.V. voor het veranderen van een bedrijfspand. Appellant, die bezwaar had gemaakt tegen deze vergunning, stelde dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan, omdat de roldeuren van het pand alleen konden worden benut door gebruik te maken van het aangrenzende perceel, dat een andere bestemming had. De burgemeester en wethouders hebben het bezwaar ongegrond verklaard, waarna de rechtbank Breda op 29 februari 2000 het beroep van appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaarde.
Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De Raad heeft op 10 november 2000 de zaak behandeld, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door mr. D.A. Roos en de burgemeester en wethouders door C.C.A.M. van den Dries. Z B.V. was ook als partij aanwezig, vertegenwoordigd door mr. C.W. Ching. De Raad overwoog dat bij de toetsing van de bouwaanvraag aan het bestemmingsplan alleen de bestemming van het perceel waarop het bouwwerk zich bevindt relevant is, inclusief het beoogde gebruik van het bouwwerk. De vraag of het beoogde gebruik mogelijk strijd oplevert met de bestemming van het naastgelegen perceel is niet relevant voor de beoordeling van de bouwaanvraag.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 november 2000.